De twee bedrijven - gericht op respectievelijk het ontwikkelen van de tech en de toepassing ervan - moeten een hele reeks aan EV's voortbrengen; van de kleine kei-cars waar Japan zo van houdt tot en met kleine vrachtwagens en alles er tussenin. In beide joint-ventures neemt Toyota het leeuwendeel voor zijn rekening, wat gezien de grootte van het bedrijf niet heel verwonderlijk is. Het uit Hiroshima afkomstige Mazda is zo'n twintig keer kleiner dan de grote broer uit Nagoya. Toyota krijgt 90% van de jv, Mazda 5%. De overige 5% wordt door toeleverancier Denso ingevuld.
Voor Mazda is samenwerken noodzaak. Hoewel de Japanners zeer inventief zijn en een verfrissende kijk hebben op zowel design als nieuw toe te passen technologie, zijn ze te klein om de gehele toekomst op hun bordje te leggen. Mazda heeft veel geïnvesteerd in de SKYACTIV-technologie, waarin lichtgewicht bouw wordt gecombineerd met veelal atmosferische motoren, die in de praktijk (maar niet volgens de NEDC-cyclus) een laag verbruik hebben. Volgend jaar komt het bedrijf met SKYACTIV-X, de eerste benzinemotor die zijn verbrandingsproces -
net als een diesel - puur op compressie initieert (nerdy tech-fapfest hier).
Als Mazda een ingang wil op de elektrische markt, dan moet het een partner zoeken. Toyota ziet een samenwerking wel zitten, geholpen door het gegeven dat het zelf het meest in de melk te brokkelen heeft met een kleinere partner. Toyota zelf leek tot voor kort volledig op waterstof in te zetten als emissieloze techniek, maar lijkt toch voor de EV te zwichten. Eerdere geruchten wezen op een ambitieus programma met solid-state batterijen, dat vanaf 2022 zijn eerste producten moet afleveren. Wat we voor die tijd via de vandaag bekend gemaakte jv's gaan zien zal de tijd leren. Persoonlijk zien we een elektrische RX-Vision (boven afgebeeld) wel zitten.