Het kostte de Amerikaanse belastingbetaler zo'n $10,2 miljoen, maar daar kregen ze dan 160 vol-elektrische patrouillewagens voor terug. Daaronder ook 100 stuks van de BMW i3, want ze zagen het niet zitten om met de lokale autobouwer Tesla in zee te gaan. Hartstikke milieubewust dus van de hoeders van de Engelenstad.
Niets is echter minder waar: de agenten blijken vrijwel nooit met de auto's te rijden. Er zijn exemplaren die nog geen 200 mijl op de teller hebben staan, dat is nauwelijks twee keer opladen en leegrijden. Ook de i3's die vaker gebruikt zijn, komen niet tot echt hoge kilometerstanden mijlenstanden: de agenten stappen liever in hun gas-guzzlers. Na 160 kilometer (oftewel 100 mijl) is de accu van een i3 echt uitgeput en moet hij weer een tijdje aan een laadpaal. Blijkbaar is die afstand niet voldoende om een agent van start van de dienst via de donut-stop tot de lunch te kunnen vervoeren. Of dat is in ieder geval de range anxiety die bij de dienders heerst.
Lokale journalist David Goldstein dook in het verhaal en ontdekte dat de dure auto's geen best imago bij de cops hebben.