Zo misleidend zijn de actieradiusclaims van elektrische auto’s echt

Testcijfers vs. praktijk: een groot gat

Officieel worden elektrische auto’s getest volgens de WLTP-norm, een gestandaardiseerde Europese meetmethode. Die moet het energieverbruik en de actieradius onder realistische omstandigheden weergeven, maar in werkelijkheid zijn de cijfers nog altijd te optimistisch.

Uit recente testreeksen blijkt dat geen enkele EV zijn opgegeven bereik haalt. Zo haalde de BYD Atto 3 in onafhankelijke metingen slechts 369 kilometer, waar de fabrikant 480 kilometer claimde – een verschil van 23 procent. Ook onderzoeken van What Car? laten zien dat geen enkel getest model in hun winterrondetesten binnen 20 procent van zijn fabriekswaarde bleef.

De Amerikaanse AAA vond vergelijkbare resultaten: de meeste elektrische auto’s kwamen 5 tot 23 procent tekort op hun officiële cijfers, zelfs bij gematigde temperaturen.

Koude of hitte: het weer als sluipmoordenaar

Temperatuur speelt een enorme rol in het bereik van een elektrische auto. Bij lage temperaturen vertraagt de chemische reactie in de batterij, waardoor minder bruikbare energie beschikbaar is. Daarnaast verbruikt het verwarmen van het interieur en de accu zelf flink wat stroom.

In een studie van het Amerikaanse Department of Energy bleek dat bij -6 °C het bereik van een elektrische auto tot 41 procent lager kan uitvallen dan bij 25 °C. Ook in Europa werd dit bevestigd: in praktijktesten met onder meer de Nissan Leaf zakte de actieradius met bijna de helft zodra de verwarming werd gebruikt.

Maar ook hitte is funest. Onderzoek van InsideEVs laat zien dat bij temperaturen boven de 35 graden het koel- en accumanagement zoveel energie vraagt dat de actieradius met tot 31 procent daalt. Kortom: extreme kou of warmte zijn vijanden van efficiëntie – iets waar geen testcyclus volledig rekening mee houdt.

Rijstijl en airco: de stille energievreters

Behalve het weer heeft ook je eigen gedrag een enorme invloed op hoe ver je komt. Wie vaak accelereert, hard remt of langdurig boven 120 kilometer per uur rijdt, ziet zijn actieradius met tientallen kilometers krimpen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van airconditioning, stoelverwarming of infotainmentsystemen: al die kleine verbruikers trekken stroom uit dezelfde batterij.

In onafhankelijke praktijktests en analyses van EV Guruu werd vastgesteld dat het verschil tussen een rustige en een agressieve rijstijl tot 30 procent minder bereik kan opleveren. Het zijn cijfers die veel rijders pas ontdekken zodra ze hun eerste lange rit in de winter maken.

Waarom fabrikanten ermee wegkomen

Fabrikanten houden zich formeel aan de WLTP-norm, maar die test wordt uitgevoerd in laboratoria, met gecontroleerde snelheden, beperkte temperatuurverschillen en minimale accessoires. Dat maakt het een gestandaardiseerde meting, geen praktijksimulatie.

De nieuwe generatie EV’s is vaak zwaarder, krachtiger en voorzien van meer elektronica – factoren die in de praktijk het energieverbruik verhogen. Zolang de regelgeving de huidige testmethode toestaat, kunnen merken legaal optimistische cijfers communiceren, zelfs als die nauwelijks overeenkomen met het dagelijkse gebruik.

Wat de consument eraan kan doen

De belangrijkste tip: plan met marge. Reken bij langere ritten altijd op 15 tot 30 procent minder bereik dan wat er op papier staat. Gebruik eco-standen, vermijd onnodig hoge snelheden en verwarm alleen de stoelen of het stuur in plaats van de hele cabine. Wie zijn EV slim gebruikt, kan het verschil tussen frustratie en vertrouwen letterlijk in kilometers meten.

Zelfs de modernste elektrische auto blijft gevoelig voor weersomstandigheden, rijgedrag en gebruik. De officiële cijfers mogen dan een mooi verhaal vertellen, maar de echte waarheid ligt – zoals zo vaak – op de weg zelf.