Kleine spiegels, groot gespreksonderwerp
Bij de nieuwe Mercedes CLA Electric vielen ze direct op: de opvallend compacte buitenspiegels. Online merkten verschillende autoliefhebbers op dat ze kleiner lijken dan gebruikelijk, vooral vergeleken met oudere modellen. En inderdaad, wie recente auto's naast hun voorgangers zet, ziet vaak slankere spiegelhuizen en strakkere lijnen. Toch is het de vraag of spiegels daadwerkelijk kleiner worden of dat het vooral een optisch effect is.
De waarheid ligt, zoals zo vaak, ergens in het midden. Autofabrikanten spelen al jaren met formaat en vorm van spiegels om luchtweerstand, geluid en energieverbruik te verbeteren. Vooral bij elektrische modellen telt elk procent aerodynamische winst, want minder weerstand betekent meer actieradius.
Aerodynamica als stille ontwerper
Buitenspiegels zijn verrassend bepalend voor de luchtweerstand van een auto. Onderzoekers schatten dat ze goed zijn voor 2 tot 6 procent van de totale drag. Dat lijkt weinig, maar bij een elektrische auto kan het een merkbaar verschil maken. Daarom worden spiegelhuizen steeds compacter, met afgeronde vormen en dunnere steunen die de luchtstroom beter geleiden.
Daarnaast is er een duidelijke esthetische trend zichtbaar. Autofabrikanten kiezen voor een strakkere en minimalistischer vormtaal, waarbij spiegels subtieler in het totaalontwerp worden geïntegreerd. Daardoor ogen ze kleiner, ook al blijft het zichtveld wettelijk even groot.
De opkomst van camera’s, maar nog niet de standaard
Sommige merken, zoals Audi en Lexus, experimenteren met virtuele buitenspiegels. Kleine camera’s vervangen dan de traditionele spiegels, waarbij het beeld binnen op schermen wordt getoond. In theorie levert dat aerodynamische voordelen en minder windgeruis op. In de praktijk blijken die effecten echter beperkt.
Volgens aerodynamica-experts van Mercedes is de winst verwaarloosbaar, onder meer doordat camera’s zelf stroom verbruiken en de schermen binnen extra energie vragen. Ook wennen bestuurders niet altijd aan het nieuwe kijkgedrag. Bij slecht weer of in het donker kan de beeldkwaliteit minder prettig zijn dan die van een traditionele spiegel.
Grenzen aan hoe klein het mag
De Europese regelgeving bepaalt exact welk zicht een spiegel moet bieden. Spiegels mogen dus niet eindeloos verkleind worden zonder dat het zichtveld in gevaar komt. In Nederland toetst de RDW auto’s aan deze normen. Veiligheid blijft prioriteit, zeker nu spiegels ook extra functies hebben zoals richtingaanwijzers, sensoren en verwarmingselementen.
Daarnaast spelen praktische overwegingen mee. Kleinere spiegels moeten nog steeds stevig genoeg zijn om trillingen te weerstaan, en betaalbaar blijven om te repareren bij schade. Dat maakt het lastig om verder te krimpen zonder concessies aan duurzaamheid of gebruiksgemak.
Slanker, niet per se kleiner
Het beeld is dus genuanceerd. Buitenspiegels worden niet systematisch kleiner, maar wel slanker, compacter en efficiënter. Vooral bij elektrische auto’s zoals de Mercedes CLA Electric is de vorm van elk detail afgestemd op luchtweerstand en energieverbruik. Dat kan de indruk wekken dat spiegels kleiner zijn dan vroeger, terwijl ze in werkelijkheid vooral slimmer ontworpen zijn.
De buitenspiegel mag dan subtieler ogen, zijn rol in veiligheid en aerodynamica blijft onverminderd groot.
- Adobe Stock