Minder gewicht, meer winst voor verbruik
Een reserveband met krik en gereedschap weegt al snel tussen de 12 en 22 kilo. Voor autofabrikanten is dat extra gewicht ongunstig, want elke kilo telt in het streven naar lagere CO₂-uitstoot. Minder gewicht betekent minder brandstofverbruik en dus gunstigere testresultaten.
Bij elektrische auto’s is de redenering nog eenvoudiger: elke kilo minder betekent iets meer actieradius. Een verdwenen reserveband is dus een makkelijke manier om de efficiëntie op papier te verbeteren, zonder technische aanpassingen.
Waar de ruimte naartoe gaat
Bij moderne auto’s is de ruimte onder de kofferbakvloer kostbaar. Grote accupakketten, extra elektronica en veiligheidssystemen laten simpelweg geen plek meer over voor een volwaardige reserveband.
In plaats daarvan gebruiken merken die ruimte voor laadsnoeren, een kleinere bagagebak of de batterij van mild-hybridesystemen. In veel modellen past nog wel een zogeheten thuiskomer, maar die optie kost meestal extra.
Goedkoper bouwen en verkopen
Fabrikanten besparen geld door de reserveband weg te laten. Minder onderdelen, minder handelingen op de productielijn en lagere transportkosten. De besparing per auto is klein, maar op honderdduizenden auto’s per jaar loopt dat flink op.
Consumenten krijgen daar zelden iets voor terug. De meeste merken leveren standaard een reparatiekit, een klein doosje met bandenvloeistof en een mini-compressor waarmee je kleine lekken tijdelijk kunt dichten.
Reparatiekits en run-flats zijn geen wondermiddel
Die kits lijken handig, maar werken alleen bij kleine gaatjes in het loopvlak. Een scheur in de zijkant of een klapband kun je er niet mee oplossen. Bovendien kan het reparatiemiddel de band onbruikbaar maken voor herstel.
Run-flat banden, die tijdelijk door kunnen rijden bij een lek, bieden meer zekerheid, maar zijn duurder en geven vaak minder comfort. Ook zijn ze niet in elke maat leverbaar. Een echte reserveband blijft dus de enige waterdichte oplossing, al past die term steeds minder letterlijk.
De gevolgen onderweg
Steeds meer automobilisten merken pas bij pech dat hun auto geen reserveband heeft. De ANWB krijgt jaarlijks meldingen van mensen die stranden op plekken waar de reparatiekit niet helpt of al leeg blijkt te zijn. In Nederland is dat vervelend, maar in het buitenland kan het een groot probleem zijn. Bandenmaten zijn niet altijd op voorraad en wachten op pechhulp duurt vaak lang.
Wat jij kunt doen bij pech of aanschaf
Wie veel op pad is, kan bij de aankoop van een nieuwe auto checken of een thuiskomer als optie leverbaar is. Ook losse noodbanden zijn vaak achteraf te koop. Regelmatig controleren of de reparatiekit nog werkt en niet is uitgedroogd voorkomt frustratie.
Wil je zekerheid, dan blijft een fysieke reserveband de veiligste keuze, ook al kost het iets meer ruimte en gewicht.
Auto’s worden lichter, zuiniger en slimmer, maar soms gaat dat ten koste van simpele oplossingen die vroeger vanzelfsprekend waren. Een reserveband lijkt misschien ouderwets, maar in tijden van ultradunne banden en hoge snelheden blijkt eenvoud soms juist de beste vorm van vooruitgang.
- Adobe Stock