Wat maakt natrium-ion zo bijzonder?
Batterijen zijn het hart van elke elektrische auto. Tot nu toe domineren lithium-ioncellen, maar die zijn afhankelijk van dure en schaarse grondstoffen als kobalt en nikkel. Natrium-ion gebruikt daarentegen natrium: een element dat overal ter wereld ruim voorhanden is. Daardoor dalen de productiekosten en verkleinen leveringsrisico’s.
Het mooie is dat deze batterijen grotendeels met bestaande productietechnieken kunnen worden gemaakt. Waar lithium-ion vaak koper nodig heeft, kan natrium-ion uit met aluminium, wat de kosten verder drukt. Ook qua prestaties is er iets bijzonders: bij lage temperaturen functioneren natriumcellen beter dan hun lithium-tegenhangers. Ideaal dus in koude winters.
De keerzijde: de energiedichtheid ligt lager. Waar lithium-ijzerfosfaat (LFP) tussen de 160 en 190 Wh/kg haalt, blijft natrium-ion steken op zo’n 120 tot 160 Wh/kg. Concreet betekent dit dat auto’s voor dezelfde actieradius een iets grotere en zwaardere batterij nodig hebben. Voor stadsauto’s is dat minder problematisch, voor langeafstandsmodellen wél.
Hoe natrium-ion de kosten drukt
De batterij bepaalt tot wel 40 procent van de productiekosten van een elektrische auto. Omdat natrium en de benodigde kathodematerialen goedkoop en ruim beschikbaar zijn, kan de prijs per kilowattuur fors omlaag. Analisten verwachten tientallen euro’s verschil per kWh vergeleken met LFP. Bij een accupakket van 30 tot 50 kWh levert dat al snel honderden tot duizenden euro’s voordeel op.
Voor stadsauto’s, compacte tweede auto’s en deelauto’s kan dit hét verschil maken. Lagere productiekosten betekenen lagere aanschafprijzen, wat elektrisch rijden toegankelijker maakt voor een veel breder publiek.
De race richting 2026
De Chinese batterijgigant CATL presenteerde al in 2021 de eerste generatie natrium-ioncellen en werkt inmiddels samen met automerken aan toepassingen in compacte voertuigen, scooters en lichte bedrijfswagens. Rond 2026 zou de technologie op grotere schaal in productieauto’s moeten verschijnen, vooral in modellen waar prijs belangrijker is dan maximale actieradius.
Ook andere spelers staan klaar: BYD, EVE Energy, HiNa, Tiamat en het door Reliance overgenomen Faradion. De concurrentie versnelt innovatie én drukt de prijs verder. Fabrikanten kijken bovendien naar hybride pakketten: deels natrium-ion voor lage kosten en goede winterprestaties, gecombineerd met LFP voor extra rijbereik.
Meer dan alleen auto’s
De potentie van natrium-ion gaat verder dan personenauto’s. Stadsbussen met depotladen profiteren van de lagere kosten, bestelwagens in stedelijke logistiek vragen vooral betaalbare kilometers en thuis- of bedrijfsopslag voor zonne- en windenergie is gebaat bij veilige, goedkope cellen. Hier kan natrium-ion snel terrein winnen, omdat energiedichtheid minder doorslaggevend is.
Bijkomend voordeel: minder afhankelijkheid van lithium verkleint de kwetsbaarheid voor prijsschommelingen en geopolitieke spanningen. Dat maakt natrium-ion interessant voor zowel autofabrikanten als energiebedrijven.
Waar staan we nu?
In China rijden de eerste voertuigen al met natrium-ion of hybride accu’s. In Europa wordt gewerkt aan certificering en integratie, maar massaproductie moet nog op gang komen. Voor automobilisten draait het uiteindelijk om praktische bruikbaarheid: stadsauto’s met een bereik van 150 tot 250 kilometer kunnen prima uit de voeten met natrium-ion. Voor lange ritten blijft lithium voorlopig de betere keuze.
Of 2026 écht het jaar van de doorbraak wordt, hangt af van drie factoren: de snelheid waarmee fabrieken opschalen, de daadwerkelijke prijsdaling per kilowattuur en de bereidheid van automerken om modellen scherp te prijzen, ook als de actieradius wat kleiner is. Lukt dat, dan staat elektrisch rijden aan de vooravond van een nieuwe fase - eentje waarin prijs geen onoverkomelijke drempel meer hoeft te zijn.
- Adobe Stock