Het probleem met de belofte
Plug-in hybrides (PHEV’s) waren jarenlang dé lieveling van de Nederlandse leasemarkt. Dankzij royale belastingvoordelen en extreem lage opgegeven verbruikscijfers – soms minder dan 2 liter benzine per 100 kilometer – kozen duizenden zakelijke rijders voor dit type auto. Op papier leek het een win-win: lage uitstoot, lage kosten.
Maar inmiddels stapelen de onderzoeken zich op en blijkt de werkelijkheid een stuk minder rooskleurig. Bestuurders van PHEV’s blijken in de praktijk veel vaker op benzine te rijden dan verwacht. Het gevolg: fors hogere kosten aan de pomp en een veel grotere CO₂-uitstoot.
Europese cijfers onthullen de kloof
Uit de nieuwste analyse van Transport & Environment, gebaseerd op data van ruim 127.000 PHEV’s in Europa, blijkt dat deze auto’s gemiddeld bijna vijf keer zoveel brandstof verbruiken als officieel wordt beloofd. Waar fabrikanten vaak 1,6 tot 2 liter per 100 kilometer opgeven, ligt het werkelijke verbruik vaak rond de 5 tot 6 liter.
Ook de Europese Commissie bevestigde dit in een officieel rapport. Daaruit bleek dat PHEV’s gemiddeld 3,5 keer meer CO₂ uitstoten dan de officiële WLTP-tests aangeven. Ter vergelijking: bij normale benzine- en dieselauto’s is de afwijking gemiddeld slechts 20 procent.
De oorzaken zijn duidelijk: veel rijders laden hun auto niet of nauwelijks op, waardoor de benzinemotor het leeuwendeel van het werk doet. Ook blijkt de elektrische actieradius in de praktijk vaak een stuk kleiner dan op papier.
De Nederlandse erfenis van de PHEV-hype
Nederland liep ooit voorop in de verkoop van plug-in hybrides. Dankzij royale belastingvoordelen tussen 2013 en 2016 werden modellen als de Mitsubishi Outlander PHEV, Volvo V60 Plug-in Hybrid en Volkswagen Golf GTE massaal aangeschaft.
Die fiscale prikkels zijn inmiddels verdwenen, maar de gevolgen zijn nog altijd zichtbaar: tienduizenden van deze auto’s rijden nog rond op de weg én domineren de tweedehandsmarkt.
Wat toen werd gepresenteerd als een slimme investering in klimaatwinst, blijkt achteraf veel minder effectief. Nieuwe praktijkcijfers laten zien dat de beloofde CO₂-reductie nauwelijks is waargemaakt. Waar de overheid miljarden aan belastingvoordeel uittrok, leverden veel PHEV’s in werkelijkheid een veel kleinere milieuwinst dan voorspiegeld.
Wat dit betekent voor de toekomst
De resultaten hebben gevolgen voor beleidsmakers én de markt. Leasemaatschappijen bekijken hun aanbod opnieuw, en er gaan geluiden op om fiscale voordelen voor PHEV’s definitief te schrappen. In Nederland is de overstap naar volledig elektrisch inmiddels al in volle gang, maar de vraag blijft wat er met het bestaande wagenpark van tienduizenden PHEV’s gebeurt.
Voor veel consumenten is de les duidelijk: check altijd de real-world cijfers, niet alleen de fabrieksopgave. Een PHEV kan een goede keuze zijn voor wie écht dagelijks oplaadt, maar voor de meeste bestuurders is de beloofde zuinigheid simpelweg een illusie.
Van groene belofte naar dure misrekening
Wat jarenlang werd verkocht als hét groene alternatief, blijkt in de praktijk voor veel Nederlanders een dure misrekening. Plug-in hybrides rijden vaak niet zuiniger, maar juist vijf keer dorstiger dan beloofd. Met dit soort cijfers wordt steeds duidelijker waarom de overstap naar volledig elektrisch onvermijdelijk lijkt – en waarom de PHEV in Nederland misschien wel een kort, maar misleidend hoofdstuk in de autogeschiedenis blijft.
- Adobe Stock