De uitvinder die zijn tijd vooruit was
De Owen Magnetic was het geesteskind van Justus B. Entz, een briljante maar vrijwel vergeten uitvinder uit New York. Entz werkte eerder bij Thomas Edison en raakte geobsedeerd door de vraag of elektriciteit een verbrandingsmotor kon verbeteren. Zijn antwoord: combineer ze. Wat hij bouwde, zou vandaag een hybride worden genoemd, een elektrische auto aangedreven door magnetische kracht, bijgestaan door een benzinemotor.
Samen met ondernemer R.H. Owen, die eerder importeur was van Rolls-Royce, bracht Entz de Owen Magnetic op de markt. Het was een luxevoertuig dat zijn tijdgenoten compleet overrompelde. Terwijl de Ford Model T het volk mobiliteit bracht, positioneerde Owen zich als de pionier van elektrische verfijning.
Een elektromagnetische transmissie zonder tandwielen
Het geheim van de Owen Magnetic lag in een aandrijfsysteem dat geen enkele andere auto had. Waar conventionele auto’s tandwielen gebruikten, maakte de Owen Magnetic gebruik van elektromagnetische koppeling tussen motor en aandrijfas. De benzinemotor dreef een dynamo aan, die stroom leverde aan een elektromotor. Die elektromotor zorgde op zijn beurt voor de aandrijving van de wielen.
Er was dus geen versnellingsbak, geen koppeling en geen schokkerig schakelen. De bestuurder hoefde alleen gas te geven, de rest deed het magnetische veld. In moderne termen: het was een vroege versie van de elektrische aandrijflijn met regeneratie die je nu terugziet in merken als Tesla en Toyota.
De prestaties waren indrukwekkend voor zijn tijd. De Owen Magnetic haalde een topsnelheid van ruim 90 kilometer per uur, accelereerde soepel en reed fluisterstil. Voor 1915 was dat sciencefiction. De auto bood bovendien een ‘hill-holding’-functie: hij kon stilstaan op een helling zonder terug te rollen, iets wat pas decennia later standaard werd in automaten.
Luxe voor de elite
De auto werd met de hand gebouwd en verkocht in verschillende koetswerkstijlen: van open touring-cars tot elegante limousines. Het interieur bestond uit mahoniehout, koper en handgestikt leer. De Owen Magnetic was niet alleen een technisch experiment, maar ook een statussymbool voor de elite van New York en Chicago.
Hij was ook duur: 3.500 tot 5.000 dollar, wat in hedendaagse waarde neerkomt op ongeveer 110.000 tot 160.000 dollar. Ter vergelijking: een Ford Model T kostte toen nog geen 500 dollar, omgerekend zo’n 15.000 dollar nu. Waar Henry Ford de massa bereikte, richtte Owen zich op visionairs en dat bleek een doodlopende weg. In 1922 ging het bedrijf failliet. Minder dan 700 exemplaren zijn ooit gebouwd, en slechts enkele overleven vandaag in musea en privécollecties.
Een eeuw te vroeg
De Owen Magnetic had alles wat de moderne elektrische auto kenmerkt: emissievrije aandrijving op lage snelheid, automatische transmissie, regeneratief remmen en soepele prestaties. Alleen het ecosysteem ontbrak. Er waren geen laadstations, geen betrouwbare accu’s en geen goedkope materialen. De wereld was simpelweg niet klaar voor elektrische verfijning.
Toch klinken de parallellen met vandaag opvallend bekend: zorgen over batterijduur, hoge prijzen en de vraag of mensen ooit massaal elektrisch zouden gaan rijden. Het verschil is dat die toekomst er nu wél is. Waar Owen faalde, floreert Tesla. Waar Entz werd vergeten, worden zijn ideeën nu geprezen als fundament van moderne hybride technologie.
De les van een visionair
De Owen Magnetic is meer dan een voetnoot in de geschiedenis. Hij laat zien dat innovatie zelden lineair verloopt. Wie zijn tijd vooruit is, betaalt vaak de prijs van onbegrip. Toch reed Entz al in 1915 in de richting waar de wereld een eeuw later terechtkwam.
Wie vandaag in een elektrische auto stapt, ervaart iets van dezelfde stilte die ooit over Fifth Avenue gleed. De Owen Magnetic was geen mislukking, maar een voorproefje van de toekomst. Soms is 'te vroeg' gewoon een ander woord voor visionair.
- Akrasia25