Tussen oude gereedschappen en lekkende olievaten in een garage in Illinois stond iets wat niemand meer verwachtte te vinden: een felrode Victress S1A Roadster uit 1954.
Een auto die eruitziet alsof hij recht uit een stripboek van de jaren vijftig is gereden. Lang, laag, met vloeiende lijnen en een uitstraling die tegelijk futuristisch en nostalgisch voelt.
Hij stond er meer dan zestig jaar stil, met lekke banden en een laag stof die centimeters dik was. Maar onder dat stof zat geschiedenis verborgen: een van de allereerste Amerikaanse sportwagens van glasvezel, gebouwd door mensen die geloofden dat je geen fabriek nodig had om iets bijzonders te maken.
Geboren uit lef en lijm
De Victress ontstond begin jaren vijftig in Californië, uit het brein van Doc Boyce-Smith en Merrill Powell. Twee pioniers die vonden dat sportwagens niet langer alleen uit Europa hoefden te komen. Ze ontwikkelden lichtgewicht glasvezelcarrosserieën die je kon kopen, op een eigen chassis kon plaatsen en zelf kon afbouwen.
Zo ontstond een cultuur waarin auto’s niet alleen werden gekocht, maar ook gebouwd met je eigen handen. Voor duizenden Amerikanen stond de Victress symbool voor vrijheid en verbeelding. Het was het tijdperk waarin snelheid en schoonheid nog uit de schuur kwamen, niet uit een computer.
De tijdcapsule in Illinois
De Victress die nu is opgedoken, werd gebouwd door studenten in Wisconsin en reed in de jaren zestig zelfs kort op het beroemde Road America-circuit. Daarna verdween hij uit beeld, tot hij dit jaar werd ontdekt door een verzamelaar uit Downers Grove.
De auto bleek bijna volledig origineel. Onder de motorkap lag nog steeds de Oldsmobile Rocket V8, een motor die in zijn tijd gold als pure hotrod-magie. De carrosserie was verweerd, maar niet vergaan. Het interieur nog herkenbaar, met fluwelen stoelen en een dashboard vol instrumenten die sinds Kennedy niet meer bewogen hadden.
De ontdekker koos ervoor de auto niet te restaureren, maar te behouden zoals hij was: een tijdcapsule in metaal en stof. Een keuze die de vondst alleen maar specialer maakt.
Minder dan vijftig gebouwd
Van de Victress S1A zouden minder dan vijftig exemplaren zijn geproduceerd. Het merk verdween in de jaren zestig toen het werd overgenomen door LaDawri Coachcraft, en daarna raakte de naam Victress langzaam in de vergetelheid. Slechts een handvol auto’s bestaat nog.
Deze vondst bracht die vergeten naam plotseling weer tot leven. Een herinnering dat de Amerikaanse sportwagendroom niet in fabrieken werd geboren, maar in garages waar mensen met hars, staal en geduld hun fantasie vormgaven.
Emotie, verbeelding en de geur van benzine
Voor Nederlandse autoliefhebbers is de Victress geen verre mythe. Ze vertegenwoordigt iets wat we hier maar al te goed kennen: de liefde voor techniek, ambacht en het bewaren van wat echt is. Of het nu een oude DAF is, een Citroën DS of een unieke barn find in Amerika, het gevoel is hetzelfde: het verleden leeft zolang iemand het terugvindt.
In een tijd waarin auto’s stiller, digitaler en uniformer worden, herinnert de Victress ons eraan waar het ooit om draaide: emotie, verbeelding en de geur van benzine in een koude garage.
- Google AI Studio