De elektrische revolutie in Europa lijkt minder soepel te verlopen dan gepland. Ola Källenius, topman van Mercedes-Benz en voorzitter van de Europese autofederatie ACEA, noemt het 'onrealistisch' dat over negen jaar alle autokopers klaar zijn voor een volledig elektrische overstap. Volgens hem hebben maar liefst 20 van de 27 EU-landen een groot tekort aan laadpunten, terwijl de verkoop van elektrische auto’s nog altijd stagneert rond 16 procent van de markt.
Niet iedereen kan of wil elektrisch rijden
De huidige Europese wetgeving schrijft voor dat vanaf 2035 alleen nog emissievrije auto’s nieuw verkocht mogen worden. Källenius zegt dat doel niet te willen loslaten, maar pleit voor een realistischere route daarheen. “We moeten het einddoel niet schrappen, maar de weg ernaartoe aanpassen,” stelt hij.
Hij wil dat hybrides en plug-inhybrides ook na 2035 nog worden toegestaan, mits ze aantoonbaar emissies verminderen. Daarnaast vraagt hij om fiscale prikkels voor bestuurders die daadwerkelijk elektrisch rijden, in plaats van generieke subsidies die vooral dure modellen bevoordelen.
Een brug tussen fossiel en elektrisch
Naast nieuwe auto’s wijst de CEO op een vergeten realiteit: de bestaande vloot. In Europa rijden nog altijd ruim 250 miljoen auto’s met verbrandingsmotor.
Volgens Källenius kan een kleine toevoeging van duurzame brandstoffen, zoals 5 procent e-fuels of biobrandstof, evenveel CO₂ besparen als een jaar lang alleen nieuwe elektrische verkopen.
Zijn boodschap: “De energietransitie is geen knop die je omzet, maar een proces met meerdere stappen.”
De prijs van regels en idealen
Een ander probleem dat hij benoemt: de verdwijnende betaalbare auto. Door stapels veiligheids- en milieuregels is het instapsegment in Europa vrijwel opgedroogd. Er is nog maar één nieuw model te koop onder de 15.000 euro. “Meer regels drijven de prijzen op,” zegt Källenius. “Minder regelgeving betekent snellere vernieuwing van het wagenpark.”
Hij benadrukt ook dat duurzame productie extra geld kost. Zo koopt Mercedes aluminium met 70 procent minder CO₂-uitstoot, maar krijgt daar volgens hem geen enkele beloning voor in de Europese wetgeving.
Europa versus realiteit
De Duitse topman staat niet alleen. Ook de CEO’s van Porsche, BMW en Volkswagen vinden dat het verbod op verbrandingsmotoren herzien moet worden. Zelfs de Duitse bondskanselier, Friedrich Merz, sluit zich aan: “Het doel blijft, maar de timing moet menselijker.”
Toch zijn er ook tegenstemmen, zoals Audi-baas Gernot Döllner, die waarschuwt dat het versoepelen van regels juist onzekerheid schept bij consumenten en investeerders.
Klimaatdoelen versus leefbaarheid
Het debat raakt aan een bredere Europese spanning: idealisme versus haalbaarheid. De overgang naar elektrisch rijden is onvermijdelijk, maar de uitvoering kraakt onder de kosten, het tempo en het gebrek aan infrastructuur.
Källenius vat het nuchter samen: “Voor de meeste mensen telt niet de ideologie, maar de prijs en de bruikbaarheid.”
- NL Beeld / Abaca Press