Wat de cijfers laten zien
De Weekly Oil Bulletin van de Europese Commissie vergelijkt de brandstofprijzen inclusief belastingen in alle EU-lidstaten. Daaruit blijkt dat Nederland tot de duurste tanklanden van het continent behoort. De prijs van Euro 95 ligt gemiddeld rond de €1,90 per liter, omgerekend op basis van 1.000 liter, waarmee Nederland zich bij de top-3 van Europa schaart. Alleen Denemarken en Finland zijn nog duurder. Aan de andere kant van het prijsspectrum betalen Bulgaren, Hongaren en Roemenen soms meer dan 40 procent minder voor dezelfde brandstof.
Ook dieselrijders merken dat verschil. Waar diesel ooit een goedkoper alternatief was, liggen de prijzen in Nederland en België nog maar een paar cent onder benzine. In Oost-Europa tank je diesel echter voor bedragen die soms onder de €1,50 per liter duiken. Die kloof laat niet alleen de ongelijkheid binnen de EU zien, maar ook hoe zwaar de belastingdruk in West-Europa is geworden voor wie dagelijks de weg op moet.
Belastingen bepalen de pompprijs
De ruwe olieprijs is in heel Europa vrijwel gelijk, maar wat je uiteindelijk betaalt aan de pomp hangt sterk af van het nationale belastingbeleid. In Nederland komt meer dan de helft van de literprijs terecht bij de Belastingdienst. Dat bestaat uit accijns, btw en soms zelfs extra milieutoeslagen. In landen als Bulgarije, Polen en Spanje liggen die heffingen aanzienlijk lager, wat direct zichtbaar is in de pompprijs.
Volgens economen verklaart dit waarom zelfs in periodes van lage olieprijzen het tanken in Nederland nauwelijks goedkoper wordt. De belastingen zorgen voor een vaste bodem in de prijs. Dat betekent dat prijsdalingen op de wereldmarkt slechts beperkt doorklinken aan de pomp, terwijl verhogingen vrijwel direct voelbaar zijn. Voor forenzen, transportbedrijven en vakantiegangers blijft het daarom lonen om net over de grens te tanken.
LPG blijft goedkoop, maar verdwijnt langzaam
Wie echt goedkoop wil rijden, komt nog steeds uit bij LPG. In veel Europese landen ligt de literprijs onder de €0,80, minder dan de helft van wat benzinerijders betalen. Toch is LPG bezig aan een stille aftocht. De meeste autofabrikanten bieden geen nieuwe LPG-modellen meer aan, en ook het aantal tankstations krimpt jaarlijks. In Nederland is dat de laatste tien jaar met tientallen procenten gedaald.
Deskundigen wijzen erop dat dit een gemiste kans is. LPG stoot aanzienlijk minder CO₂ uit dan benzine of diesel en had als overgangsbrandstof kunnen dienen in de weg naar volledig elektrisch rijden. Maar zonder nieuwe modellen en met teruglopende infrastructuur lijkt die tijd voorbij. Wie vandaag nog goedkoop wil rijden, zal steeds vaker moeten uitwijken naar tweedehands LPG-auto’s of hybride alternatieven.
Autorijden als luxeproduct
De vergelijking van de Europese Commissie maakt pijnlijk duidelijk dat autorijden in Nederland inmiddels een luxe is geworden. Niet de olieprijs, maar het belastingbeleid bepaalt hoeveel we betalen. Met meer dan €1,90 per liter benzine en bijna evenveel voor diesel is Nederland een van de duurste landen ter wereld om een tank te vullen.
Voor veel automobilisten voelt dat wrang, zeker nu de overheid elektrisch rijden stimuleert maar tegelijkertijd de kosten voor traditionele brandstoffen hoog houdt. Zolang accijnzen niet worden verlaagd, blijft tanken hier een dure aangelegenheid. En of je nu in een kleine hatchback of een SUV rijdt, aan de pomp is Nederland simpelweg kampioen betalen.
- Adobe Stock