De grootste investering in 100 jaar: waarom Stellantis Europa de rug toekeert

De Europese autobouwer achter Peugeot, Jeep en Fiat investeert 12 miljard euro in de VS. Wat zegt dat over de toekomst van de Europese auto-industrie?

De grootste investering in 100 jaar: waarom Stellantis Europa de rug toekeert

De miljardenstap die alles verandert

Het is de grootste investering in de geschiedenis van Stellantis: 13 miljard dollar in vier jaar tijd. Het moederbedrijf van onder meer Jeep, Fiat, Opel, Dodge en Peugeot gaat zijn productie in de Verenigde Staten met 50 procent verhogen en creëert 5.000 nieuwe banen.

De plannen omvatten de bouw van nieuwe modellen, fabrieksuitbreidingen en de modernisering van bestaande lijnen in staten als Illinois, Ohio, Michigan en Indiana.

Topman Antonio Filosa noemt het een strategische herovering van de Amerikaanse markt, waar Stellantis de laatste jaren terrein verloor aan concurrenten als Tesla, Ford en Hyundai. De investering moet dat tij keren.

Amerika lonkt, Europa hapert

De timing is opvallend. Terwijl Stellantis in de VS recordbedragen investeert, liggen fabrieken in Frankrijk en Italië tijdelijk stil door dalende vraag. In Poissy bij Parijs en Pomigliano bij Napels is de productie gepauzeerd.

De Europese markt blijft traag groeien, terwijl de Amerikaanse overheid juist stimuleert dat autobouw terugkeert naar eigen bodem. Met hoge importheffingen en fiscale voordelen dwingt Washington bedrijven om lokaal te produceren. Filosa erkent dat dit meespeelt: “We willen groeien met producten die in Amerika worden gebouwd.”

De comeback van de Amerikaanse fabrieksarbeider

Het plan van Stellantis zorgt niet alleen voor duizenden directe banen, maar volgens analisten ook voor tot 20.000 extra indirecte banen bij toeleveranciers. In Illinois wordt de fabriek van Belvidere heropend voor de productie van de Jeep Cherokee en Compass, terwijl in Michigan een nieuw SUV-model wordt ontwikkeld.

Ook de fabriek in Ohio krijgt een nieuwe lijn voor een middelgrote pickup die in 2028 moet verschijnen, en in Detroit wordt gewerkt aan de nieuwe Dodge Durango. Daarmee investeert Stellantis in modellen die juist populair zijn bij Amerikaanse gezinnen en fleetbedrijven.

De les voor Europa

De stap van Stellantis past in een bredere trend: autofabrikanten trekken richting markten met actieve industriepolitiek, zoals de VS en China. Europa loopt het risico achter te blijven, ondanks groene subsidies en CO₂-doelen.

Voor Nederland is dat relevant: als de productie naar de VS verschuift, verliest Europa niet alleen banen, maar ook toeleveringsketens, R&D en innovaties die vaak via Duitsland en Nederland lopen.

Volgens analisten kan de beslissing van Stellantis een signaal zijn voor andere Europese merken: investeer waar het beleid voorspelbaar is, en dat is op dit moment niet in Brussel maar in Washington.

De symboliek van 12 miljard

Voor Stellantis markeert dit plan het begin van een nieuwe fase. In 2029 wil het concern vijf gloednieuwe modellen in de VS hebben, deels hybride, deels elektrisch. Het bedrijf zet in op lokale productie, energietransitie en politieke stabiliteit.

Of Europa dit tempo kan bijbenen is de grote vraag. Eén ding is zeker: de macht in de autowereld verschuift, en deze keer rijdt de toekomst over Amerikaanse wegen.