De comeback van een idee dat zijn tijd ver vooruit was
Begin vorige eeuw onthulde Ferdinand Porsche een elektrisch prototype met een revolutionair concept: elk wiel had zijn eigen motor. Het idee verdween in de schaduw van de verbrandingsmotor, maar ruim een eeuw later is het terug, met technologie die alles kan veranderen.
Deze zogenoemde in-wheel motors of wielnaafmotoren verplaatsen de aandrijving rechtstreeks naar de wielen. Geen transmissie, geen assen, geen differentieel. Daardoor gaan er minder energieverliezen verloren, ontstaat meer binnenruimte en kan elk wiel afzonderlijk worden aangestuurd.
Volgens experts kan dit niet alleen het rijgedrag van elektrische auto’s drastisch verbeteren, maar ook de vormgeving van auto’s volledig herschrijven.
300.000 kilometer zonder onderhoud
Nieuwe generatie wielmotoren, zoals de Protean Gen5 uit het Verenigd Koninkrijk, laten zien hoe ver de techniek is gevorderd. Deze motoren leveren tot 1.500 Nm koppel per wiel en doorstaan extreme tests op hitte, kou en trillingen.
Hun levensduur? Tot 300.000 kilometer zonder onderhoud, wat ze aantrekkelijk maakt voor zowel personenauto’s als vrachtwagens.
Ook BMW mengt zich nu in de strijd. Samen met de Duitse startup DeepDrive ontwikkelt het merk compacte wielmotoren die tot 20 procent efficiënter zijn dan conventionele EV-systemen. Ze integreren zelfs het remsysteem in de motorbehuizing, waardoor auto’s eenvoudiger en lichter worden.
Bij interne tests haalt een prototype met vier wielmotoren meer dan 800 pk en een actieradius van ruim 800 kilometer per lading.
Waarom deze technologie zoveel belooft
Wielmotoren maken nieuwe rijconcepten mogelijk. Doordat elk wiel onafhankelijk kan draaien, kunnen auto’s straks letterlijk rond hun as draaien, of extra grip krijgen in sneeuw of regen. De technologie maakt ook het verdwijnen van de motorkap denkbaar. De vrijgekomen ruimte kan worden benut voor meer accu’s of passagiersruimte.
BMW is niet het enige merk dat dit onderzoekt. Toyota, Mercedes en zelfs startup Aptera in de VS testen varianten van dezelfde techniek. Toch lijkt Duitsland het centrum te worden van deze stille revolutie.
Laadtijd en actieradius
Nederlanders rijden steeds meer elektrisch, maar de grootste frustratie blijft hetzelfde: laadtijd en actieradius. Wielmotoren kunnen beide verbeteren. Minder gewicht betekent minder verbruik, en door het wegvallen van aandrijfassen is er meer ruimte voor batterijen.
Bovendien zouden onderhoudskosten dalen. Geen versnellingsbak, geen assen, geen transmissie, minder onderdelen betekent minder kans op slijtage.
Toch is er ook een keerzijde. Het extra gewicht in de wielen stelt hogere eisen aan de vering en de bescherming tegen water en vuil. Daarom testen fabrikanten deze motoren jarenlang onder extreme omstandigheden voordat ze de weg op mogen.
Elektrische aandrijving
De grote vraag is niet meer of wielmotoren de weg naar productie vinden, maar wanneer. Volgens technici bij Protean en DeepDrive kunnen de eerste modellen al vanaf 2027 verschijnen in luxe EV’s en lichte bedrijfswagens.
Stephen Lambert, hoofdtechnoloog bij Protean, zegt het treffend: “Wielmotoren veranderen niet alleen hoe auto’s rijden, maar ook hoe ze eruitzien.”
Als die voorspelling uitkomt, dan zou de elektrische auto van de toekomst weleens kunnen teruggrijpen op een idee dat al 125 jaar oud is.
- Google AI Studio