Iedereen doet het weleens: te hard rijden op een lege snelweg, snel dat appje lezen bij een rood licht of met slaperige ogen naar huis rijden. We vinden onszelf prima chauffeurs, maar de werkelijkheid is anders. Uit onderzoek van de SWOV blijkt dat bijna alle ongelukken in Nederland te herleiden zijn tot menselijk gedrag. Dit zijn de 11 fouten die automobilisten het vaakst maken – en die elke rit gevaarlijker maken dan we denken.
1. Te hard rijden
Het lijkt onschuldig: een paar kilometer boven de limiet. Maar snelheid is nog altijd de grootste veroorzaker van verkeersongelukken. Hoe harder je rijdt, hoe minder tijd je hebt om te reageren en hoe langer je remweg wordt. Zeker bij regen of gladde bladeren kan één seconde te laat remmen het verschil betekenen tussen schrikken en botsen.
Rijd bewust iets rustiger dan je denkt dat nodig is. Controleer regelmatig je snelheid, zeker in 30- en 50-zones waar fietsers en voetgangers het meest kwetsbaar zijn. Rustig rijden scheelt niet alleen ongelukken, maar ook brandstof en stress.
2. Afgeleid achter het stuur
Het is de sluipmoordenaar van onze tijd. Een telefoon op de schoot, een navigatie die je opnieuw instelt of eten achter het stuur. Even een seconde niet opletten en de auto voor je staat stil. Volgens cijfers van de ANWB is afleiding inmiddels net zo gevaarlijk als rijden onder invloed.
Leg je telefoon buiten handbereik en stel je route in vóór je vertrekt. Gebruik eventueel spraakbediening en laat apps met meldingen uit. Eén bericht kan wachten, een ongeluk niet.
3. Te dicht op je voorganger
Nederlanders staan bekend om hun ongeduld in het verkeer. Op de snelweg plakken we massaal bumper aan bumper, alsof het vanzelf sneller gaat. Maar bij 120 kilometer per uur leg je per seconde ruim 33 meter af. Wie dan te dicht op zijn voorganger zit, kan nooit op tijd remmen.
Houd altijd minstens twee seconden afstand. Zie je het kenteken van de auto voor je niet meer in de spiegels? Dan zit je te dichtbij. In de regen of mist verdubbel je die afstand.
4. Geen richting aangeven
Een van de simpelste manieren om ongelukken te voorkomen, is richting aangeven. Toch doen duizenden automobilisten het niet of te laat. Op rotondes, snelwegen en bij inhaalacties leidt dat dagelijks tot bijna-botsingen.
Maak er een reflex van: richting aangeven zodra je van koers verandert. Het kost letterlijk een vingerbeweging, maar maakt het verschil tussen irritatie en veiligheid.
5. Vermoeid rijden
Vermoeidheid is net zo gevaarlijk als alcohol. Je reageert trager, ziet minder scherp en neemt verkeerde beslissingen. Toch stappen veel mensen gewoon in de auto na een nachtdienst, een avond stappen of een lange werkdag. Een kort dutje of kop koffie kan soms letterlijk levens redden.
Luister naar je lichaam. Worden je ogen zwaar, of merk je dat je af en toe wegdommelt? Stop dan meteen. Even een kwartier rust nemen is altijd veiliger dan jezelf dwingen wakker te blijven.
6. Agressief gedrag
Even gas geven om iemand in te halen, de claxon gebruiken uit frustratie of een andere bestuurder snijden: het zijn kleine uitingen van wegagressie. Ze zorgen niet alleen voor gevaarlijke situaties, maar ook voor meer stress. Rustige rijders veroorzaken minder ongelukken en hebben een lagere hartslag, zo blijkt uit onderzoek van Rijkswaterstaat.
Blijf kalm, hoe irritant de ander ook rijdt. Je bespaart er nauwelijks tijd mee om te haasten, maar vergroot wel de kans op ellende. Rustig rijden is niet zwak, het is volwassen.
7. Slecht zicht
Beslagen ramen, vuile koplampen of rijden zonder verlichting in de schemering: het gebeurt dagelijks. Slecht zicht is verraderlijk, vooral in de herfst en winter, als het vroeg donker wordt. Een schone voorruit en goed werkende lampen zijn cruciaal om anderen – en jezelf – te zien.
Controleer voor vertrek of je ruiten schoon zijn en je verlichting werkt. Gebruik je airco om condens te verwijderen en vervang ruitenwissers zodra ze strepen trekken.
8. Slechte voertuigcontrole
Van versleten banden tot een vergeten APK-keuring: slecht onderhoud vergroot de kans op ongelukken aanzienlijk. Een te lage bandenspanning of slechte remmen kunnen funest zijn op nat wegdek. Regelmatige controles zijn geen luxe, maar noodzaak.
Check maandelijks je bandenspanning, oliepeil en remvloeistof. Een korte inspectie voorkomt dat kleine mankementen uitgroeien tot levensgevaarlijke situaties.
9. Geen voorrang verlenen
Kruispunten blijven een van de gevaarlijkste plekken op de weg. Veel bestuurders schatten de snelheid van een tegenligger verkeerd in of nemen bewust risico. Vooral fietsers en scooters zijn daar de dupe van. Even wachten kost maar een paar seconden, maar kan een ongeluk voorkomen.
Wees geduldig en neem liever een seconde extra om te kijken. In druk stadsverkeer is anticiperen belangrijker dan assertief zijn.
10. Rijden onder invloed
Een biertje bij het eten of een paar glazen wijn bij vrienden: het lijkt onschuldig, maar alcohol heeft direct invloed op je reactievermogen. Elk jaar worden in Nederland duizenden bestuurders betrapt met alcohol of drugs in het bloed. Ook de dag na een avond drinken ben je vaak nog niet nuchter genoeg om veilig te rijden.
Laat de auto staan als je hebt gedronken. Taxi, deelauto of een BOB is goedkoper dan een boete of ziekenhuisrekening.
11. Onvoldoende anticiperen op het weer
Regen, mist, storm of laagstaande zon – Nederlandse automobilisten onderschatten het effect van het weer op hun rijgedrag. Aquaplaning ontstaat al bij 80 km/u en gladde bladeren werken als ijs. Toch rijden velen in herfstweer alsof het hoogzomer is.
Pas je snelheid aan bij slecht zicht of nat wegdek. Rijd rustiger in bochten en gebruik je verlichting, ook overdag. Wie met verstand rijdt, komt gewoon aan.
Verkeer draait om aandacht, geduld en gezond verstand
De meeste ongelukken ontstaan niet door roekeloze coureurs, maar door kleine gewoontes die we allemaal hebben. Verkeer draait om aandacht, geduld en gezond verstand. De volgende keer dat je achter het stuur stapt, vraag jezelf af: rij ik echt veilig – of gewoon op routine?
- Adobe Stock