Nederlandse ingreep in chipindustrie zet Europese auto’s stil: dit is wat er misging

Hoe een Nederlandse maatregel een Duitse autogigant raakt

Wat begon als een veiligheidskwestie tussen Nederland, China en de Verenigde Staten, dreigt uit te lopen op een nieuwe chipcrisis voor de Europese auto-industrie. De Nederlandse overheid greep in bij chipproducent Nexperia, eigendom van het Chinese Wingtech, vanwege zorgen over nationale veiligheid. Gevolg: de Chinese moeder legde de levering van chips stil, en dat raakt direct Volkswagen, een van Nexperia’s grootste klanten.

Volgens productiebestuurder Christian Vollmer heeft Volkswagen inmiddels “een alternatieve leverancier gevonden die het gat mogelijk kan dichten”. Toch blijft de situatie onzeker. De gesprekken met die nieuwe partner lopen nog en het bedrijf bereidt zich ondertussen voor op mogelijke productiestops. Zelfs de Duitse arbeidsinstanties zijn al geïnformeerd over mogelijke werktijdverkorting.

De erfenis van de chipcrisis

De situatie lijkt op de chiptekorten van 2021, toen wereldwijde leveringsproblemen duizenden auto’s stillegden. Volkswagen wil dat scenario koste wat kost voorkomen. Chips van Nexperia worden gebruikt in batterijmodules, transmissies en elektronische besturingen, allemaal cruciale componenten voor moderne voertuigen.

Volgens insiders is de situatie ditmaal iets minder kritiek, omdat er alternatieven bestaan van onder meer Infineon en STMicroelectronics. Toch waarschuwen experts dat het vervangen van Nexperia-chips maanden duurt. Elk onderdeel moet opnieuw worden gecertificeerd voordat het mag worden ingebouwd. Dat maakt de overstap tijdrovend en duur.

Europa betaalt de prijs van afhankelijkheid

De crisis legt een pijnlijke waarheid bloot: Europa is nog steeds sterk afhankelijk van Chinese leveranciers. EU-parlementariër Bernd Lange (SPD) noemt het “een wake-up call voor de industrie”. Volgens hem hebben veel bedrijven, omwille van kostenbesparing, het principe van meerdere leveranciers opgegeven. Dat zorgt nu voor kwetsbare ketens.

Niet alleen Volkswagen, maar ook Mercedes, BMW en talloze toeleveranciers zijn getroffen. Vooral kleinere bedrijven die elektronica of laadmodules maken, hebben te weinig middelen om plots over te stappen. Ondertussen groeit de druk op Brussel om versneld een Europese chipindustrie op te bouwen, zodat de productie van elektrische auto’s niet opnieuw tot stilstand komt.

Langere levertijden en duurdere modellen

Hoewel Volkswagen verwacht dat de impact beperkt blijft, kan een langdurige chipkrapte opnieuw leiden tot langere levertijden en duurdere modellen. Tijdens de vorige chipcrisis stegen de wachttijden voor populaire auto’s tot soms meer dan een jaar.

Voor Nederlandse klanten, waar Volkswagen, Audi en Skoda tot de bestverkochte merken behoren, kan dit betekenen dat nieuwe leveringen opnieuw vertraging oplopen. Het incident benadrukt hoe kwetsbaar de moderne autoproductie is geworden. Eén fabriek, één beslissing of één chipfabriek kan de hele keten ontregelen.