Google breekt met oudere Android-telefoons: miljoenen bestuurders raken hun digitale bijrijder kwijt

Het einde van een digitale reisgenoot

Voor veel automobilisten is Android Auto inmiddels net zo vertrouwd als een gps of radio. Maar die routine verandert binnenkort: Google stopt de ondersteuning van Android Auto op toestellen met Android 8.0 en 8.1. Vanaf versie 15.5 heb je minimaal Android 9 nodig om verbinding te maken met het dashboardscherm.

Dat lijkt een technische nuance, maar het betekent concreet dat miljoenen nog functionerende smartphones niet langer samenwerken met hun auto. De app blijft op je telefoon staan, maar projectie op het infotainmentscherm werkt niet meer. Voor veel bestuurders voelt dat als het plotselinge einde van een digitale bijrijder die jarenlang probleemloos meereed.

Waarom Android 8 niet meer meekomt

Android 8, ook wel Oreo, kwam in 2017 op de markt. Zes jaar later kan de software de nieuwe eisen van Android Auto niet meer bijbenen. De app heeft krachtigere grafische ondersteuning nodig om soepel kaarten, verkeer en muziek tegelijk weer te geven. Bovendien zijn de beveiligingsstandaarden aangescherpt: nieuwe versleutelingsmethoden, strengere certificaten en betere spraakverwerking vragen om modernere architectuur.

Volgens Google is de stap noodzakelijk om stabiliteit en veiligheid te garanderen. Oudere versies zouden te kwetsbaar zijn voor storingen en fouten bij spraakbesturing of dataverwerking. Vanuit technisch oogpunt klopt dat, maar het laat ook zien hoe snel een smartphone anno 2025 als ‘verouderd’ wordt bestempeld.

Wat er precies verandert

Met Android Auto 15.5 verdwijnt de mogelijkheid om je telefoon te koppelen aan het scherm van je auto. Zowel bedraad als draadloos werkt de verbinding niet meer. Bellen via Bluetooth en muziek luisteren via apps blijven wel gewoon mogelijk.

• Wat nog werkt:
  • Bellen via Bluetooth.
  • Muziek streamen of navigeren op het telefoonscherm zelf.
• Wat verdwijnt:
  • Projectie van apps op het dashboard.
  • Stuurwielknoppen voor bediening van apps.
  • De mogelijkheid om berichten te dicteren via spraakcommando’s.

Voor wie Android 8 gebruikt, betekent dit vooral dat de rit minder geïntegreerd aanvoelt. De telefoon werkt nog prima, maar niet meer als volwaardig onderdeel van de auto.

De cijfers en de realiteit

Volgens Google draait minder dan 4 procent van alle Android-toestellen nog op versie 8. Toch gaat het wereldwijd om miljoenen apparaten. Veel daarvan functioneren technisch nog uitstekend, maar verliezen nu een kernfunctie die in het dagelijks verkeer onmisbaar is geworden.

Dat roept de vraag op: is dit vooruitgang of geplande veroudering? Google wijst op veiligheid en innovatie, maar gebruikers ervaren het vaak als druk om sneller te upgraden. Vooral omdat de overstap naar een nieuw toestel prijzig is, en Android 8 in andere apps vaak nog prima werkt.

Waarom dit meer is dan een software-update

Android Auto 15.5 brengt nieuwe functies mee, zoals een verbeterde spraakassistent, stabielere verbindingen en een interface die beter schaalt op brede schermen. Alleen zijn die vernieuwingen dus onbereikbaar voor wie een ouder toestel heeft. Belangrijker nog: beveiligingsupdates blijven achter.

Oudere software kan problemen geven met certificaten of versleuteling, wat in de auto extra gevoelig ligt. Daar komen berichten, locatiegegevens en spraakcommando’s immers allemaal samen. Wanneer beveiliging achterloopt, vergroot dat de kans op storingen of datalekken.

De grotere vraag: hoe lang hoort technologie mee te gaan?

Een auto gaat gemiddeld tien tot vijftien jaar mee. Een smartphone meestal hooguit vijf. Die kloof zorgt ervoor dat elektronische systemen in voertuigen sneller verouderen dan het blik eromheen. Google maakt de keuze begrijpelijk vanuit veiligheid en kwaliteit, maar de impact op duurzaamheid is groot.

Om die reden pleiten experts voor duidelijkere communicatie over einddata en langere ondersteuningstermijnen. Als fabrikanten bruggen bouwen tussen oudere telefoons en nieuwe voertuigen, hoeven gebruikers minder snel te vervangen. Dat is beter voor de portemonnee én het milieu.