Een industriële storm die niemand lijkt te horen
De cijfers liegen niet. Mercedes-Benz zag de winst deze herfst halveren, terwijl Bosch tienduizenden banen schrapt in Duitsland. Meer dan zeventig procent van de energie-intensieve bedrijven verplaatst investeringen naar het buitenland. En zelfs succesvolle middenmoters zoals Trumpf schrijven miljoenen aan verliezen af.
Wat in Duitsland gebeurt, is geen langzaam veranderingsproces meer. Het is een breuk. En toch blijft het angstvallig stil in politiek en samenleving. Er zijn topoverleggen en commissies, maar van een breed gedragen actieplan is geen sprake. Terwijl Duitsland, ooit het industriële hart van Europa, langzaam bloedt.
De motor van Europa hapert
De crisis is niet van gisteren. Jarenlang hebben opeenvolgende regeringen de waarschuwingssignalen genegeerd: torenhoge energiekosten, verstikkende bureaucratie en een industrie die steeds minder rendeert. Nu is het punt bereikt waarop grote concerns krimpen, fabrieken sluiten en hele ketens verplaatsen.
Het gevolg: een stille uitholling van de economische ruggengraat waar ook Nederland van afhankelijk is. Want als Duitsland minder produceert, exporteert Nederland minder onderdelen, machines en technologie. De Nederlandse maakindustrie, van VDL tot ASML, voelt die spanning al.
De vervreemding tussen mens en fabriek
Een deel van het probleem ligt dieper. De band tussen burgers en industrie is de afgelopen decennia verdwenen. Waar namen als Mercedes, Bosch en AEG ooit nationale trots opriepen, zijn ze nu abstracte multinationals geworden. Aandeelhouders wonen in Londen of New York, fabrieken staan in Polen of Mexico.
De industriële identiteit die Duitsland en deels ook Nederland groot maakte, is vervaagd. En met die vervreemding verdwijnt ook de politieke wil om de sector te verdedigen.
Politiek zonder koers
Terwijl Donald Trump in de VS zijn industrie beschermt met nationalistische retoriek en miljarden aan subsidies, blijven Europese landen verdeeld. Duitsland, ooit de sterke schakel, is nu verstrikt in een web van regelgeving, energiecrises en geopolitieke afhankelijkheid. China en de VS verdelen de markt, Europa kijkt toe.
De Duitse politiek reageert laat, en Nederland volgt vaak blind. Maar wie goed kijkt, ziet dezelfde tekenen: hoge energielasten, vertrek van fabrieken, personeelstekorten en trage vergunningen.
Een waarschuwing die we wel zouden moeten horen
De ondergang van de Duitse industrie is geen ver-van-ons-bedshow. Het is een voorbode van wat er gebeurt als we te laat reageren. Industrie is niet ouderwets, het is de basis van innovatie, export en werkgelegenheid.
Als Nederland niet wil eindigen als een diensteneconomie zonder fabriekshallen, is nu het moment om te luisteren. Wat in Stuttgart en München misgaat, kan morgen in Eindhoven of Hengelo gebeuren.
- Adobe Stock