Volkswagen in crisis: de cijfers zijn schokkend, maar de oorzaak nog meer

De schuld van Porsche en politiek Amerika

De grootste klap komt van dochtermerk Porsche, dat in september aankondigde meerdere elektrische modellen uit te stellen. De sportwagenbouwer schrijft ruim 3 miljard euro af en boekte nog eens 2 miljard aan eenmalige kosten.

Daarbovenop kwamen nieuwe importheffingen van de Amerikaanse regering onder Donald Trump, die tot 5 miljard euro per jaar aan winst kunnen wegvagen. Het resultaat: een totale last van 7,5 miljard euro in slechts drie maanden tijd.

Volgens Volkswagen-topman Oliver Blume is het de eerste keer in zijn termijn dat de groep verlies maakt. De operationele marge zakte dit jaar naar 2,3 procent, het laagste niveau sinds zijn aantreden in 2022.

Van winstkoning naar zorgenkind

Volkswagen, jarenlang de winstmachine van Europa, ziet zijn fundamenten wankelen. In China daalt de verkoop, elektrische investeringen zijn peperduur en de strengere CO₂-normen vanuit Brussel leggen extra druk op het budget.

Zelfs met die uitdagingen boekte VW over de eerste negen maanden van 2025 nog 3,4 miljard euro winst, maar dat is 61 procent minder dan een jaar eerder. Het management spreekt van een structurele crisis, geen tijdelijke dip.

Volgens bronnen bij het Handelsblatt dreigt er in 2026 zelfs een financieel gat van 11 miljard euro in de meerjarenplanning. Dat komt niet alleen door Porsche, maar ook door dure fabrieksprojecten en tegenvallende EV-verkoop.

Besparen, schrappen, verkopen

Om het tij te keren werkt VW aan een gigantisch herstructureringsplan. Tegen 2030 moet er 15 miljard euro worden bespaard en verdwijnen er ruim 35.000 banen. Toch lost dat niet alles op: het concern verwacht dit jaar nauwelijks nog positieve cashflow.

Er wordt gekeken naar de verkoop van bedrijfsonderdelen en extra kostenreducties in de top. De druk op Blume neemt toe, zeker nu hij afscheid heeft genomen van zijn dubbele rol als CEO van zowel Porsche als Volkswagen.

Lichtpuntjes in het donker

Toch is niet alles somber. De kernmerken Volkswagen, Skoda en Cupra presteren goed, vooral met hun elektrische modellen. De vraag naar EV’s blijft in Europa hoog, mede door de nieuwe CO₂-regels. Zonder de tegenvallers bij Porsche en de Amerikaanse heffingen zou VW nog steeds een marge van 5,4 procent hebben behaald.

Volgens financieel directeur Arno Antlitz bewijst dat dat de basis gezond is: “In deze economische omstandigheden is dat nog steeds een solide resultaat.”

Opnieuw prioriteiten stellen

Voor de Europese autosector is de crisis bij VW een wake-up call. De combinatie van geopolitiek, hoge kosten en trage productie bedreigt niet alleen Volkswagen, maar ook de stabiliteit van de hele auto-industrie.

Voor consumenten in Nederland kan dat zich vertalen in hogere prijzen, langere levertijden of minder keuze aan elektrische modellen. Merken binnen de VW-groep moeten opnieuw prioriteiten stellen tussen winst, innovatie en duurzaamheid.

Na het dieselschandaal leek VW de weg omhoog gevonden te hebben. Maar de realiteit van 2025 is anders: de strijd om elektrische dominantie is duurder, riskanter en politiek gevoeliger dan ooit.