De vergeten elektrische droom van General Motors
Lang voordat Tesla, BYD en Polestar het straatbeeld veroverden, had General Motors al iets dat de wereld kon veranderen: de GM EV1. In 1996 lanceerde het Amerikaanse merk een volledig elektrische coupé met een futuristisch design, extreem lage luchtweerstand (Cx 0,19) en stille prestaties die hun tijd ver vooruit waren.
Toch bleef het avontuur kort. Slechts 1.100 exemplaren werden gebouwd, allemaal in leasevorm. En in 2003 liet GM ze systematisch vernietigen.
De elektrische auto die te vroeg kwam
De EV1 was niet zomaar een omgebouwde brandstofauto. Hij was volledig elektrisch ontworpen, met een aluminium chassis, lichte carrosserie en een bereik van 160 tot 200 kilometer, indrukwekkend in de jaren 90.
De eerste generatie had loodzuuraccu’s, de tweede nikkel-metaalhydride-batterijen, waarmee de auto tot wel 200 kilometer kon halen. De topsnelheid bedroeg 130 km/u en de sprint naar 100 km/u duurde 9 seconden.
Maar waar Tesla later faam kreeg, koos GM de omgekeerde weg. Ze haalden alle auto’s terug en brouwen ze tot schroot. Alleen enkele tientallen overleefden in musea, met uitgeschakelde batterijen zodat ze nooit meer konden rijden.
De crime scene van de auto-industrie
De beslissing van GM wordt nog steeds gezien als een van de grootste strategische missers in de autogeschiedenis. Officieel ging het om 'gebrek aan vraag' en 'hoge onderhoudskosten', maar velen vermoeden dat GM de elektrische toekomst bewust heeft tegengehouden om haar winstgevende benzinemodellen te beschermen.
De documentaire Who Killed the Electric Car? uit 2006 legde die theorie wereldwijd bloot. De EV1 werd zo het symbool van wat er misging met de industrie: de auto die het had kunnen worden, maar niet mocht.
Van sloopauto tot collectors item
En nu, ruim twintig jaar later, duikt er ineens weer eentje op. Een zwaar beschadigde EV1 uit 1997 werd in Atlanta geveild voor maar liefst 104.000 dollar, meer dan een nieuwe Tesla Cybertruck kost.
De auto stond jarenlang buiten, met een gebarsten voorruit, verweerde lak en een verrot interieur. De batterij is dood, onderdelen bestaan niet meer, en toch is het bod astronomisch.
Waarom? Omdat het meer dan een auto is. Het is een overblijfsel van de eerste elektrische revolutie die nooit mocht gebeuren, een tastbare herinnering aan het moment waarop Detroit zijn toekomst letterlijk in de shredder gooide.
Wat deze auto ons nu vertelt
Voor verzamelaars is de EV1 een relikwie, maar voor de industrie is het een waarschuwing. Terwijl merken als Tesla en Hyundai nu strijden om actieradiusrecords, had General Motors bijna dertig jaar geleden al de sleutel in handen.
De ironie: het enige overgebleven exemplaar dat nog bestaat, kan niet meer rijden. Maar juist dat maakt het verhaal zo krachtig. De EV1 bewijst dat de elektrische revolutie geen uitvinding van de 21e eeuw is, maar een verloren kans uit de vorige.
- Google AI Studio