/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2Fsource%2Fautobahn%2Ffb3dcd67e0_jezusgristus.jpg)
Theophilus Chin noemt zichzelf een 'automotive manipulator'. In werkelijkheid is het iemand met Paint maar zonder enorm veel oog voor schoonheid. Is niet erg, komt in de beste families voor. Bovendien heeft het een voordeel: het legt in het geval van Lancia bloot hoe ernstig het merk verdoemd is.
Enkel in Italië zijn nog nieuwe Lancia's te koop, in maar liefst één smaak overigens, die van de Ypsilon. Een wrang coda voor een merk dat zijn gelijke nog altijd niet kent als het gaat om rally-successen. Om het leed te verzachten tekende mijnheer Chin - niet in dienst van Lancia, for the record - een moderne interpretatie van de Fulvia. Dat op zich is al blasfemie, maar het verdient de doodstraf als we zien wat het eindresultaat is.
Niets aan dit gekrabbel is de naam Fulvia waardig. Wat we krijgen voorgeschoteld is niet veel meer dan een gedecapiteerde versie van Opels Astra uit 2005. Nu was die auto voor Opel een hoogtepunt, maar dat komt vooral doordat het merk al decennialang geen oto meer had geproduceerd voor mensen zonder windjack. Voor Lancia is dit beneden alle peil.
Zo erg is het kennelijk. Zelfs als je alle kanten opkunt, komt de ontwerper nog niet verder dan een model met het joie de vivre van een lijkwagen. Wij pinken wederom een traantje weg.