Gereden: Toyota Mirai, waterstofrijden is cool

Decennia hoorden we dat de brandstofcel de toekomst was, maar dankzij Elon Musk rijdt iedereen ineens met een batterij in de auto. Toyota houdt moedig stand en heeft met de Mirai één van een handvol waterstofauto's die leverbaar zijn op de markt.

Alleen Toyota, Honda en Hyundai bieden momenteel een auto aan die wordt aangedreven via een brandstofcel. De rest van de wereld lijkt het idee overboord te hebben gekieperd ten faveure van de oplaadbare accu. Ondanks dat de Mirai alweer een paar jaar op de markt is, leek het ons mooi om eens nader met de Toyota kennis te maken.

Het woord Mirai betekent in Japan 'toekomst', dus ook bij Toyota zien ze de waterstofcel als een vooruitgang. Het mooie van het systeem is dat je elektriciteit kunt tanken in plaats van opladen. De Mirai kan na vijf minuten aan het waterstofstation weer vijfhonderd kilometer rijden. Zelfs met de hoge temperaturen van de laatste weken (en dus airco op maximaal) is het bereik na de vulbeurt nog tegen het maximum. 

Aan de buitenkant is het even wennen aan de Mirai. Hij is niet bijzonder futuristisch gelijnd, maar het is allemaal wel erg apart. De auto heeft een enorme neus -ongetwijfeld om zoveel mogelijk zuurstof voor de brandstofcel te kunnen inademen- en daarachter loopt de auto als een wig op. De achterkant is dus ook gigantisch. Het heeft wat weg van een opgeblazen variant van de nieuwste generatie Prius.

Gevolg van de opblaasbeurt is dat de auto van binnen enorm is. Je zit op zeer ruime stoelen die prima verstelbaar zijn en achterin is ruimte genoeg om gechauffeerd te worden. Daarom is er ook geen achterbank, maar zitten er twee stoelen (overigens met eigen stoelverwarming). Van achter het stuur oogt de auto wat meer futuristisch, maar het zal de Priusrijder vast bekend voorkomen. Er zijn wat schermpjes waarop je kunt kijken hoe 'eco' je rijdt, of waar je kunt zien dat er waterstof wordt omgezet in water en elektriciteit die de wielen aandrijft.

De Mirai start uiteraard met een een startknop, waarna er eigenlijk niets gebeurt. Je zet de auto in D en dan begint hij te kruipen als je het rempedaal loslaat. De eerste beweging van de auto wordt aangedreven door de accu van het hybridesysteem dat uiteraard ook in de Mirai ligt. Pas als je gas bijgeeft springt de brandstofcel bij. In de stack worden zuurstof en waterstof bij elkaar gebracht door een membraan waarbij een elektrische stroom ontstaat. De maximale output van het geheel is 114 kW. Niet heel spectaculair, maar Toyota heeft duidelijk gekozen voor maximaal bereik en niet maximale prestaties. De sprint van nul naar honderd kilometer per uur duurt meer dan 9 seconden. Het is dan ook een zwaar apparaat, met een leeggewicht van 1850 kg.

Het gewicht is goed te voelen als je een verkeersdrempel tegenkomt. De auto heeft een soort Amerikaans onderstel dat nogal wiebelig overkomt. Wel comfortabel, maar absoluut niet sportief. Maar goed, je bent het milieu aan het redden en niet een wedstrijd aan het winnen.

Het grappige van rijden op waterstof is dat er geen uitstoot uit de auto komt. Het enige dat overblijft na de reactie in de brandstofcel is water. De Mirai produceert ongeveer 60 ml water per kilometer. Dat water vangt de auto op in een reservoirtje dat leeggepompt wordt na de rit, of als je op het H2O-knopje op het dashboard klikt. Dan plast de wagen uit zijn linker achterkant een straaltje uit. Het knopje gebruik je eigenlijk alleen als je ergens gaat parkeren waar het water een probleem kan opleveren.

Het grootste probleem van een waterstofmobiel is dat er in Nederland maar drie plaatsen zijn waar je het gas, onder de 700 bar druk die in de auto gaat, kunt vinden. Daardoor krijg je een range anxiety van ongekende proporties: een elektrische auto kun je in het ergste geval nog aan een gewoon stopcontact opladen, maar waterstof vinden is onmogelijk.

Dat ondervonden we tijdens onze test, toen bleek dat het tankstation in Rhoon een paar dagen uit de running was (net als die in Californië). De tanks vullen was onmogelijk en daarmee werd rijden ook een rekenwerk: hoe ver kunnen we rijden en ook weer terugkomen met het overgebleven gas in de tank?

Dan is er nog een probleem met waterstof: is het wel echt groen? Enerzijds gebeurt er in de auto helemaal niets verontreinigends, maar de vraag is: waar komt het waterstofgas vandaan? Is het geëlectrolyseerd met stroom van een zonnepaneel, dan is het natuurlijk volstrekt uitstootloos. Maar komt het uit een andere bron (er zijn talloze manieren om aan waterstof te komen) dan kan het hartstikke vies zijn. 

Het mooiste klinkt de theorie om een waterstofbron te maken die stroom opwekt met stoom van water dat tegen een vulkaan wordt opgewarmd. De vulkanen gaan immers niet zo snel uit en zouden altijd een betrouwbare bron van transportabele elektriciteit kunnen opleveren. Het zorgt er ook voor dat landen als Japan en IJsland de energieleveranciers van de toekomst zouden kunnen zijn. Goed, dit was onze toekomstvisie, die op geen enkele wetenschappelijke basis is gefundeerd.

Voor nu is het afwachten op meer waterstoftankstations en meer brandstofcelauto's. De ruim €80.000 die een Mirai kost is misschien ook nog een obstakel dat de verspreiding van het H2-evangelie in de weg staat. Wij zijn in ieder geval potentiële gelovigen, want accu's opladen is gewoon heel erg vervelend en tijdrovend.