Waar de TU Delft jarenlang de Australische zonnerace won met de snelst mogelijke racewagen, kozen de studenten van de TU Eindhoven een andere klasse. Zij reden (en wonnen) met een zonne-auto waar vier personen in passen. Die auto (Stella) is niet mooi en niet erg praktisch, maar er komt wel een variant van die op de markt gaat komen: de Lightyear One. Op de eerste beelden ziet hij er een stuk beter uit dan het studiemodel.
Belangrijkste punt van de Lightyear is dat het dak gemaakt is van een groot aantal zonnepanelen die de accu's opladen. Volgens de oprichters moet dat in een matig zonnig land als Nederland al 10.000 kilometer gratis rijden per jaar opleveren. In zonniger klimaten kan dat oplopen tot het dubbele, mits je niet onder een boom parkeert.
Om niet meteen een Spyker-achtige faal te doen gaan de zonnepioniers gebruikmaken van componenten die al bestaan en die combineren tot hun auto. Daardoor kunnen ze de prestaties van de accu's nu al redelijk goed voorspellen. Een volle accu moet je 800 kilometer ver kunnen brengen en zo lang je in het zonlicht rijdt worden de batterijen continu bijgeladen. Handig, daardoor hoef je waarschijnlijk maar een keer in de zoveel tijd aan het stopcontact.
De filosofie van het bedrijf is interessant. Ze willen elektrisch rijden gaan brengen naar plaatsen waar de infrastructuur daar helemaal nog niet klaar voor is. Volgens hun berekening woont maar 3% van de wereldbevolking binnen 100 kilometer van een oplaadpunt voor elektrische auto's. De rest van onze planeet is aangewezen op fossiele brandstoffen, maar juist daar is vaak veel zonlicht te vinden.
De oplossing is een "Tesla'tje" doen: begin met een extreem duur model om je concept te bewijzen en te leren hoe het werkt. Als dat succesvol verloopt kom je met een betaalbaardere versie. De Lightyear One gaat daarom €119.000 (exclusief BTW) kosten. Vijf van de eerste serie van tien modellen schijnen al verkocht te zijn, wil je echt bij de elektrische voorhoede zitten, dan moet je snel zijn.
Het ontwerp van de auto is nog niet helemaal definitief, dat wordt begin 2018 verwacht. Daarna willen de oprichters de auto al in 2019 op de weg hebben staan. Dat lijkt een wel heel erg ambitieus plan, maar als je de lat niet hoog legt, kun je net zo goed niet beginnen en luidt het bekende gezegde niet: "Shoot for the moon (in dit geval de zon). Even if you miss, you'll land among the stars".
Het bouwen van die tien auto's gaat de jonge ondernemers vast lukken, maar wellicht is de prijs van de auto wat aan de lage kant. De totale omzet van het bedrijf is daarmee in de komende jaren net iets meer dan een miljoen euro. Dat kan nooit voldoende zijn om de volgende generatie te ontwikkelen. Er moet daarom geld bij en dat maakt het een riskante operatie.
Omdat er een beproefde strategie achter het bedrijf zit (die van Tesla), komen we tot een score van twee Victor Mullers: het wordt moeilijk, maar het is geen totaal luchtkasteel (vijf Mullers).