Nadat de Seat Ibiza onlangs al op de kleine versie van het nieuwe A0-MQB platform van de VW Groep was gezet, komt nu de Polo aan de beurt. Hoewel het enerzijds niet de meest sprankelende auto is, is het wel een belangrijk apparaat. Vooral voor Volkswagen, dat van de eerste vijf generaties al meer dan 14 miljoen exemplaren verkocht. De Polo is dan ook al ruim zes jaar de marktleider in zijn segment.
Volgens vast Volkswagenstramien wordt elk model bij iedere update een stukje groter. Uiteraard voldoet de Polo hier ook weer ruimschoots aan: alles is groter geworden. In de lengte is er 8 centimeter bij gekomen, in de breedte heeft de auto 7 centimeter meer. Tussen de voor- en achteras zit 9 extra centimeters verstopt, alleen in de hoogte zijn een paar millimeter verdwenen. Het gevolg van al die grotere getallen is dat er meer ruimte in het interieur is, achterin is dit echt geen kleine auto. In de achterbak is het helemaal groot: daar passen nu 355 melkpakken (75 meer dan in de huidige Polo).
Een deel van de extra ruimte in de Polo is handig gebruikt om meer nieuwe technologie in de auto te verstoppen. Volkswagen laat allerlei snufjes uit hogere segmenten doorsijpelen in de Polo. Standaard krijgt de auto Front Assist met City Emergency Braking en voetgangersherkenning mee. Wie in de stad teveel naar zijn telefoon kijkt wordt dan gered in momenten van onoplettendheid: de auto bepaalt zelf dat hij een noodstop wil maken. Optioneel zijn allerlei parkeerhulpen en nog meer veiligheidsopties te krijgen.
Een optie die je als koper bijna verplicht moet aanvinken is het Active Info Display: in plaats van de twee metertjes zit er een scherm in het dashboard waarop alle informatie wordt getoond. De optie kost minder dan vierhonderd euro, de gemiddelde iPad is duurder en is veel minder nuttig. In het midden van de auto zit standaard een 6,5 inch touchscreen om het infotainmentsysteem mee te besturen.
Het is nauwelijks te geloven, maar de basisuitvoering van de nieuwe Polo is goedkoper dan het huidige exemplaar is. Je krijgt dan een 65 pk sterk (zwak) 1,0 liter-motortje mee om heel rustig mee te rijden. Door de standaarduitrusting lijkt de auto zelfs nog goedkoper: om de huidige Polo ook uit te rusten met vergelijkbare extra's als het touchscreen en de veiligheidsextra's, zou je nog €1.500 meer moeten inleveren.
Het kleinste motortje moet je alleen helemaal niet willen hebben, eigenlijk kan je beter meer geld uittrekken om voor de versie met 95 pk of 115 pk voorin te kiezen. Al dan niet met een DSG-versnellingsbak eraan en aangezien het toch geen sportwagen is, betekent DSG voor ons 'liever lui dan moe'. De uitstootangst zit er echter goed in bij Volkswagen, want de automaat heeft de neiging om erg snel door te schakelen naar een volgende versnelling. Het gevolg daarvan is dat de auto regelmatig wat hikkerig aanvoelt.
Met de 95 pk versie kun je op de snelweg al prima meekomen. Het valt op dat de auto erg stil is. Ook op vrij hoge snelheid hoor je de motor nauwelijks, maar ook het windgeluid blijft prima buiten. Met deze auto is het goed langere afstanden afleggen.
Aan het eind van dit jaar komt Volkswagen nog met een Polo GTI. Daarvoor pakken ze een 2,0 liter TSI die 200 pk levert. Kost bijna het dubbele van de instap-Polo, maar je krijgt er meer dan drie keer zoveel pk voor terug. Opvallend genoeg heeft de GTI geen zeventraps DSG-automaat, maar een exemplaar met zes verzetten.
Door zijn maat begint de Polo inmiddels een aardig alternatief te worden voor een Golf. Als je de keuze hebt tussen een kale Golf of een volle Polo, dan lijkt de keus snel gemaakt. De ruimte is ook in het kleinere model prima, en doorgaans zit je zelf linksvoor: daar pas je altijd. De 115 pk 1.0 TSI met het meest uitgebreide (Highline) pakket erop kost nog net geen 23 duizend euro en heeft vrijwel alles aan boord. Moet je alleen nog even dat Active Info Display op de optielijst aankruisen.