Audi RS6 koopgids

De Audi RS6 is een van de meest begeerlijke modellen die Audi te bieden heeft. Het is voor sommigen de ultieme gezinsauto: praktisch, stoer en retesnel. Er zijn ondertussen al vier generaties van de RS6 verschenen. Hoog tijd om daar eens een blik op te werpen. 

Audi RS6

Eerste generatie Audi RS6: 2002-2004 
Audi experimenteert al even met RennSport-modellen wanneer het de originele RS6 introduceert. Dit gebeurt in 2002 en dus vormt de tweede generatie Audi A6 (C5) er de basis voor. Het is een wereld van verschil met de RS6 waar we inmiddels mee bekend zijn. De eerste RS6 is een wolf in schaapskleren; alleen aan zijn brede heupen, grote velgen en uitlaten zou je hem kunnen herkennen.  

Onderhuids zijn de verschillen groter: de RS6 wordt aangedreven door een 4,2-liter V8 (gemaakt door Cosworth) met 450 pk. Later volgt nog een RS6 Plus met 480 pk die een topsnelheid van wel 280 km/u kan bereiken.  

Quattro-vierwielaandrijving is van oorsprong standaard bij de RS6, maar misschien wel de belangrijkste eigenschap is zijn formidabele ophanging. Audi implementeert allerlei slimme systemen om de chique zakenauto een wegligging te geven die de prestatiecijfers eer aandoet. De originele RS6 is verkrijgbaar als stationwagon (Avant) en als sedan.  

Tweede generatie Audi RS6: 2008-2010 
Audi heeft snode plannen voor de tweede generatie van de RS6. Zoals wel meer fabrikanten tijdens die periode besluit ook Audi een gruwelijke tiencilinder in de RS6 te mikken. Het gaat om een 5-liter twin-turbo V10 met niet minder dan 580 pk. 

Als gevolg werd de RS6 Audi’s krachtigste productieauto. Hij had zelfs meer vermogen dan zijn voornaamste rivalen: de BMW M5 en Mercedes-Benz E63 AMG. De RS6 is met zijn gigantische spierkracht in staat om in grofweg 4,5 seconden van 0-100 km/u te snellen en de topsnelheid bedraagt 280 km/u. Wie voor de Plus-variant gaat, tilt de topsnelheid zelfs over de magische grens van 300 km/u. 

 De tweede generatie RS6 heeft net als zijn voorganger een overwegend ingetogen design. Het interieur is chic, sportief en modern, en is volgeladen met al het lekkers dat Audi op dat moment te bieden had. Deze RS6 is niet alleen de eerste en enige met een V10, het is tevens de laatste die je kunt krijgen als sedan. 

Derde generatie Audi RS6: 2013-2018 
Na het geweld van de tweede generatie RS6 is zijn opvolger op papier een beetje een domper. Deze gaat van tien naar acht cilinders en het vermogen daalt met 20 pk. Je moet wat dieper graven om de positieve kant van het verhaal te vinden. De derde generatie RS6 is 75 kg lichter dan zijn voorganger en profiteert tevens van een verbeterde gewichtsverdeling. Dit alles komt het rijgedrag en de rijbeleving uiteraard ten goede.  

Over een verfijnde rijbeleving gesproken: deze RS6 heeft voor het eerst een soepele achttrapsautomaat, een flinke verbetering ten opzichte van de zes verzetten van zijn voorganger. De 560 pk sterke 4-liter twin-turbo V8 kan bovendien de helft van zijn cilinders uitschakelen, zodat je ook nog eens brandstof kunt besparen.  

 De opgewaardeerde Performance-variant tilt het vermogen naar 605 pk, waarmee dit officieel de krachtigste RS6 ooit wordt. Deze generatie RS6 is enkel verkrijgbaar als stationwagon. 

Vierde generatie Audi RS6: 2019-2024 
De vierde generatie Audi RS6 mag dan een mild-hybride motor hebben, er is niets halfbakken aan de krachtbron. De RS6 wordt aangedreven door een 600 pk sterke 4-liter twin-turbo V8. Hij mag dan meer dan 2.100 kg wegen, de RS6 scheurt in 3,6 seconden van 0 naar 100 km/u. Wie voor de extra pittige RS6 Performance (630 pk) gaat, weet nog twee tienden van die tijd af te snoepen.  

De vierde generatie RS6 kan net als zijn voorganger op vier cilinders door pruttelen, zodat je onderweg lekker wat brandstof bespaart. Grappig genoeg staan al die milieubewuste eigenschappen haaks op het ronduit angstaanjagende exterieur. Waar de RS6 ooit een onopvallende sleeper was, is het tegenwoordig een onvermijdelijke high-performance wagen. Maar laten we wel zijn: dat was het altijd al. 

Nieuws
  • Unsplash