Omdat Plymouth op stel en sprong moest beginnen met de bouw van hun Superbird voor het jaar 1970, startte de productie van de wagen voordat er orders waren opgenomen. De fabrikant koos er daardoor voor om de meeste auto's uit te rusten met een simpele motor, zodat de kans het grootst was dat de volledige serie ook daadwerkelijk aan klanten verkocht zou worden.
De meeste Superbirds hebben daarom een standaard 440-4 motor in het vooronder liggen. Dat is wel een V8, maar het is geen HEMI. Dit exemplaar is echter af-fabriek uitgerust met een 426 HEMI, een bigblock V8 die 425 Amerikaanse paardenkrachten leverde (430 pk in onze telling). De 426 in de naam staat overigens voor het aantal kubieke inches dat de motor groot is: 7,0 liter.
Behalve de bijzondere motor was zo'n beetje elke extra optie in de catalogus van Plymouth aangevinkt, als gevolg waarvan de factuur voor de auto op twee pagina's afgedrukt staat. Lekker Amerikaans betekent dit een vinyl-interieur, faux-houten stuur en -heel bijzonder voor de Superbird- elektrische ramen.
Nadeel van een auto samenstellen met alle opties, terwijl die nog niet verkocht is: de prijs maakt hem moeilijk weg te zetten. Deze auto stond dan ook tot 1977 bij de dealer te glimmen, voordat een van de showroom-medewerkers de stoute schoenen aantrok en de auto kocht.
Hij hield de auto jarenlang vast en verkocht hem pas recent aan een verzamelaar, die er blijkbaar alweer van af wil. In ieder geval betekent het dat deze auto sinds zijn geboorte in 1969/70 nog maar twee eigenaar heeft gehad. Die zijn er zodanig zuinig op geweest dat hij nog volledig origineel is, alleen de verf op de neus is opnieuw aangebracht. Dat is geen waardeverminderende aanpassing: alle Superbirds hadden last van loslatende verf.
De wagen komt op zaterdag 18 november op de veiling in Las Vegas. Helaas geven de veilingmeesters ons geen verwachte opbrengst.