Er zijn maar vierentwintig exemplaren van de Jaguar D-type geleverd in Engeland en een daarvan kwam aan het begin van zijn leven in handen van een jong handelaartje. De dealer kreeg de racewagen maar moeilijk verkocht en kwam terecht bij ene Bernie Ecclestone die de auto wel wilde verhandelen voor hem. De Bern was nog geen eigenaar van de Formule 1 in die tijd. Het hele circus was zelfs nog maar een paar jaar oud in 1955. Ecclestone verkocht de rode D-type uiteindelijk aan coureur Peter Blond die er twee jaar mee reed. Sindsdien is de auto in verschillende handen geweest die er doorgaans mee raceten, maar sinds 1982 stond de auto in het kantoor van George Stauffer.
Dit gaat een duur exemplaar worden op de veiling, sowieso omdat chassis en motor nog steeds origineel bij elkaar zijn. Ook werkt de bijzondere rode kleur mee: we zijn blauwe en groene D-'s gewend. Door de kleur komt het gezicht van de auto wel goed naar voren: een schattige verbaasde smiley. De geschatte opbrengst ligt tussen de $10.000.000 en $12.000.000.
Zo mogelijk nog specialer is de Jaguar D-Type waarin Stirling Moss daadwerkelijk heeft geracet. Dit is een van de drie Jaguars die het fabrieksteam inzette tijdens Le Mans. In 1954 reden Stirling Moss en Peter Walker de vierentwintiguursrace met de in British Racing Green uitgevoerde D. De auto viel echter uit vanaf de leidende positie: de remmen begonnen weg te vallen. De auto reed in zijn geschiedenis verschillende races wél uit, maar heeft geen ontzettend speciale overwinningen op zijn palmares. Desondanks is het de oude auto van Stirling Moss en een D-Type, reden genoeg om een nog hogere estimate te hebben: $12.000.000 tot $15.000.000.