'The most historically significant automobile ever offered for public sale', zo prijsde veilingtoko Worldwide Auctioneers hun pronkstuk van de autoveiling in Scottsdale, Arizona, aan. Dit is natuurlijk subjectief, maar een te veilen auto waar de gehele nazitop inclusief Hitler zich in liet chaufferen is groot nieuws. Hoe je het ook wendt of keert.
Aangezien Autobahn u een maandje geleden van de Führerbumper op de hoogte bracht is het wel zo fideel om een stukje follow-up te doen. De hoogste bieder bood vannacht omgerekend €6 miljoen voor de 770K Grosser Offener Tourenwagen, en dat verzinnen we niet. Tien procent van de opbrengst wordt aan het Simon Wiesenthal-centrum gedoneerd. De huidige eigenaar liet het echter niet zo ver komen: hij accepteerde het bod (dat volgens velen marktconform was) niet en trok de auto terug van de veiling.
De auto, die in 1938 werd besteld en in 1939 in gebruik werd genomen, is één van de acht “pre-series” 770K's van de W150-generatie. Hiervan overleefden vijf Offener Tourenwagens, waarvan er nog drie in particuliere handen zijn.
Aan de vooravond van de veiling pakte gans medialand nog even zijn kliks mee, door volledig fact-free met volstrekt onrealistische geldbedragen te smijten. Aan het woord was Jan Wouters van het Nederlands Centrum voor Autohistorische Documentatie (NCAD), die het belang van het 'gezegde schoenmaker blijf bij je leest' nog eens onderstreepte. De man kan ongetwijfeld prima historische context geven, maar misschien is het beter om je niet aan schattingen voor wat betreft opbrengst te wagen.
Bij BNR kwam er een verwacht bedrag van 50 miljoen uitrollen, en het AD maakte het helemaal bont door - op basis van dezelfde Wouters - met 100 miljoen euro te koppen. Natuurlijk, het klikt zo lekker, maar zodra de realiteit zijn intrede doet gaat het wel ten koste van je geloofwaardigheid als serieus journalistiek medium. Iedereen met een beetje kennis van autoveilingen had geweten dat deze Merc NOOIT de duurste Ferrari's uit de geschiedenis (de 250 GTO, in diverse gedaantes) zou aftroeven. Het is voor de verkoper te hopen dat hij er in de onderhandelingen na de veiling alsnog uit kan komen met een gegadigde.
In januari 1975 werd overigens ook al eens een 770K verkocht in Arizona. Destijds leverde de auto - hierbvoven afgebeeld - $160.000 op. Let wel, dit was een ander exemplaar dan de 770K van gisteren. Laatstgenoemde werd volgens informatie van de veiler zelf pas in 1976 als zodanig ontdekt in een garage. U zal ons niet horen zeggen dat Wouters een koekenbakker is, maar zijn bewering 'het was in 1973 met 153.000 euro al de duurste auto ooit' lijkt niet op feiten gestoeld.