BMW M4 CS: zo dwars kun je ermee gaan [rijtest]

BMW heeft van de M4 een overtreffende trap gemaakt en die GTS genoemd, maar is er ook een vergrotende trap van M4? Jazeker, BMW noemt hem CS en we mochten er een lang weekend mee op pad.

Godskolere, wat ziet een matblauwe BMW M4 CS er verschrikkelijk geweldig en fantastisch uit. Zo, dat moest er even uit, kunnen we nu overgaan tot een grondige test van de auto. 

Je kan niet anders dan een paar rondjes rond de M4 CS lopen voordat je instapt. Vooraan valt meteen de koolstofvezel splitter op die voor de bumper uitsteekt. Bovenop zie je dat het dak ook van koolstofvezel is gemaakt. Bij de motorkap is dat moeilijker te zien, maar als je hem openmaakt zie je dat het geen stuk plaatmetaal is, maar een lichter composiet. In de vier wielen vallen meteen de gouden remklauwen op. Het betekent dat er geen standaard stalen schijven in de wielen wonen, maar koolstofkeramische ho-ijzers. Dat is niet alleen lichter, het werkt ook veel beter (als ze warm zijn). Wie na de wielen zelf te bewonderen even doorloopt naar de kofferbak kan niet om de vrijwel rechtopstaande vleugel heen die daar bevestigd is. Uiteraard is het ding gemaakt van ultralicht carbon. Onderaan zit nog een flinke lap koolstofvezel die gevormd is als diffuser.

Waar de buitenkant enorm bruut en hardcore is, verwacht je een volledig gestript interieur. Gelukkig heeft M GmbH zich een beetje in weten te houden op het weggooien van onderdelen. Okay, de deurhendel is vervangen door een nylon lusje en de gescheiden airco is vervangen door een simpeler (en lichter) exemplaar met maar een temperatuurzone. De dikke deurbekleding is weggegooid en daarvoor in de plaats is een soort plaat van kunstvezel gekomen, zonder kaartenvakken, want wie heeft er nog landkaarten bij zich? Er zit gelukkig wel een groot scherm in de auto, voor als je de weg niet weet.

De sportstoelen zitten perfect en grijpen je stevig vast. Zit je daar, dan kan je het heerlijke stuurwiel lekker beetpakken: het is bekleed met alcantara en nu vragen we ons (weer) af hoe we ooit zonder alcantara in een auto hebben kunnen rijden. Wie 's avonds in de auto stapt wordt getrakteerd op de meest zinloze extra die de M4 CS heeft: ledlampjes in het M4-logo van de stoelen. Jawel, BMW heeft alles op alles gezet om nutteloos gewicht uit de auto te snijden (er zitten zelfs gaten in de racestoelen), maar vervolgens led-lampjes in de stoel gehangen. Het ziet er leuk uit, maar het geeft je ook een ultiem proletenpatsergevoel. Wat er ook in zit, en waar wij het nut eigenlijk nooit van inzien: elektrisch verstelbare stoelen. Zwaar en zinloos, want als het goed is, stel je de stoel één keer goed in en daarna nooit meer.

We starten de extra brute zescilinder met twinturbo. De 460 paarden die stuk voor stuk gewekt worden laten zich horen en dat is een feest voor de inzittenden, maar ook voor de omgeving. De sportuitlaat zorgt ervoor dat je niet ongemerkt weg kunt rijden. Rondom de pook van de automatische M-transmissie zitten vier knoppen waarmee je de auto kunt afstellen. De besturing, het onderstel, de motor en de versnellingsbak zijn apart te regelen. Op het stuur zitten nog twee M-knoppen waarmee je in een keer een bepaalde vooraf geprogrammeerde instelling kunt kiezen. In de testauto stond de ene knop op "normaal" afgesteld, terwijl de andere M-toets de auto meteen in de alleragressiefste stand zet. Omdat dan ook de tractiecontrole uitgaat, moet je het knopje nog een keer indrukken als bevestiging.

In die aanvalsstand regel je alles zelf. Schakelen gaat niet meer automatisch, maar via de flippers op het stuur, of door tegen de pook te tikken. Het is jammer dat de week waarin we de auto bij ons hebben geteisterd wordt door slagregens. Met de semislick Michelin Pilot Sport Cup 2-banden die om de tienspaaks wielen liggen is dat gegarandeerd glibberen op rotondes en voorzichtig gasgeven als je een snelweg opdraait: de 460 pk wordt in een keer losgelaten als je niet oppast.

De ontzettende natheid van de wegen zorgt er helaas voor dat we de auto eigenlijk nauwelijks kunnen testen op zijn specialiteit: hard door de bocht gaan. Je wilt tenslotte niet degene zijn de een auto van €170.000 in de vangrail hangt. We houden het voor de zekerheid maar bij Amerikaanse rijden: keihard rechtdoor. Daar imponeert de M4, door bloedsnel te accelereren: nul naar honderd gaat in 3,9 seconden. We hebben het niet nagemeten, maar het voelt in ieder geval alsof we niet ver van die tijd zitten.

De waterige toestanden op de weg zorgen ook voor de nogal huishoudelijke kop boven deze alinea: wat moet je immers doen als je niet hard kunt rijden met een auto? Dan ga je maar boodschappen doen. Ook daar is de M4 CS gewoon goed in, het is tenslotte in de basis gewoon een 4 Serie. Als de oprit van de parkeerplaats van de winkel van die hellende stoepranden heeft, moet je wel even oppassen: voor je het weet schraap je je rammend dure koolstofvezel splitter onder de voorbumper over de grond. Dat is niet alleen pijnlijk voor de portemonnee, maar je staat ook zo voor paal als je met je opvallende auto raspend aan komt rijden.

Voor 35.000 euro meer dan een gewone M4 krijg je minder gewicht mee en 'maar' tien pk extra. Daar staat tegenover dat je wel een heel exclusieve BMW op de stoep hebt staan, want Nederland kreeg maar twintig stuks toegewezen. Voor het boodschappen doen is dat niet de beste investering, maar niemand die een M4 CS kan betalen zal er een seconde over nadenken: gewoon doen. Het enige dat je wellicht wil veranderen is de bandenkeus: semislicks zijn geweldig als het droog is, maar zodra de druppels komen moet je als een oude dame rijden (of extreem goed zijn in het corrigeren van glijdende auto).