Twee Indycarteams willen Stoffel Vandoorne

De Formule 1-stoelen voor Belgisch racetalent Stoffel Vandoorne zijn waarschijnlijk allemaal al vergeven, maar dat betekent niet dat hij nu al met pensioen moet. In Amerika lonken teams in de Indycar naar de stuurmanskunsten van de zuiderbuur.

Het Formule 1-team van McLaren verprutst volgend jaar liever de carrière van racetalent Lando Norris en heeft daarom Stoffel Vandoorne de laan uit gestuurd. Het is voor de Belg jammer dat hij volgend jaar niet meer in de Formule 1 zal rijden, maar hij mag blij zijn dat hij van de Papayakleurige rammelbak af is. 

Een van de mogelijkheden voor volgend jaar is een oversteek naar de Verenigde Staten. Daar zoeken nog verschillende teams in de Indycar naar bestuurders. In ieder geval twee teams hebben zich al bij Stoffel gemeld, Dale Coyne Racing en Schmidt Peterson Motorsports. Dale Coyne bevestigde aan Autosport dat hij de Belg heeft gesproken: "We've talked to him, although I don't know where it will lead, if anywhere. But I'd say he's cautiously interested"

Voorzichtig geïnteresseerd klinkt niet als heel erg enthousiast. Dat kan kloppen, Vandoorne liet onlangs al doorschemeren dat hij de gruwelklap van Rob Wickens vorige maand behoorlijk angstaanjagend vond. De snelheden in Indycar zijn enorm hoog en de muur is super dichtbij, daarbij is het hek erboven ook een soort van rasp voor de auto.

Het zou bijzonder ironisch zijn als Fernando Alonso's teamgenoot wél een Indycar-zitje weet te regelen en de Spanjaard niet. Alonso is openlijk op jacht naar een Indy 500-overwinning om zijn Triple Crown of Motorsport te completeren. Het kan meespelen dat Stoffel zich altijd op de vlakte heeft gehouden over de Honda-motoren in de McLaren. Beide Indycarteams die interesse tonen rijden met de Japanse krachtbronnen achterin. 

Overigens staat ook Esteban Ocon op de radar van de Amerikanen. Als de Fransman volgend jaar geen stoel in een van de Mercedes-teams in de Formule 1 krijgt, kan hij ook uitwijken naar de nieuwe wereld.