Natuurlijk, de verkoop van dieselwagens is de laatste tijd in een vrije val geraakt. Desondanks is het nauwelijks voor te stellen dat kopers van Land Rovers en Jaguars zich plotseling door banale dingen als 'de economie' of 'het milieu' laten leiden. Die kopen gewoon waar ze zin in hebben, of het nou Britten, Indiërs of Chinezen zijn. Jaguar Land Rover (JLR) grijpt de verkoopval van de diesel echter wel aan om het ontslag van ongeveer tien procent van te rechtvaardigen.
Als verstokte dragers van aluhoedjes lijkt ons dat geen juiste verklaring. JLR heeft fabrieken in het Verenigd Koninkrijk, India, China en sinds kort in Tsjechië. Toch vallen bijna alle 4.500 ontslagen op het thuiseiland. Verdacht, niet? Over een paar maanden ligt het eiland weer ouderwets geïsoleerd mijmerend naar zijn eigen geschiedenis als wereldheerser te kijken. De auto's die daar geproduceerd worden zitten klem, terwijl er een glimmende fabriek met een capaciteit van 150.000 auto's midden in 's werelds grootste vrijhandelszone staat. U gaat ons niet wijsmaken dat het strategisch niet verstandiger is om die auto's daar dan in elkaar te schroeven.
Het helpt voor de beslissing dat JLR tussen april en september bijna vierhonderd miljoen euro verloor. Maar als het zonder Brexit al zo bagger gaat, dan kun je maar beter vast saneren voordat de ellende op het eiland compleet is.