De gevaren voor de Grand Prix van Nederland. Deel 3: Korea

Als de geruchten kloppen, staat de Grand Prix van Nederland volgend seizoen op de kalender van de Formule 1. Circuit Zandvoort lijkt op de spreekwoordelijke pole position te staan om de Grand Prix naar Nederland te halen. In het verleden zijn echter genoeg voorbeelden te vinden van GP’s die slechts een aantal jaar op de F1-kalender stonden. Wat ging er mis en waar kan Circuitpark Zandvoort lering uit trekken?

Voor deze serie bekeek Autobahn alle Grands Prix die na 2000 nieuw op de kalender kwamen en slechts zeven jaar of korter op de kalender zijn gebleven. De volgende circuits kwamen daarbij bovendrijven:
- Istanbul Park (2005-2011)
- Valencia Street Circuit (2008-2012)
- Korea International Circuit (2010-2013)
- Buddh International Circuit (2011-2013)
- Fuji Speedway (2007-2008)

De circuits hebben allemaal twee dingen gemeen: Ten eerste is Hermann Tilke ontwerper of de ontwerper van de verandering in de lay-out van deze circuits. Circuit Zandvoort is wat dat betreft direct onaantastbaar: ver voordat Tilke geboren werd, was het circuit al ontworpen. 

Ten tweede hebben alle circuits geldproblemen gekend. Mede daardoor zijn deze circuits tegenwoordig niet meer te bewonderen in de Formule 1 en is alleen Fuji Speedway nog organisator voor internationale races. Maar wat ging er, naast de genoemde geldproblemen, nog meer mis bij deze circuits?

Dit feuilleton komt in vijf dagelijkse delen online. Vandaag deel 3,  Korea International Circuit.

Op het Korea International Circuit werden vier Grands Prix verreden. Het circuit kende wat opstartproblemen, er waren wat aanpassingen nodig aan de lay-out van de pit-uitgang. De onorthodoxe plaats van de uitgang van de pitstraat – de buitenkant van bocht 1 – zorgde voor veel discussie. In 2011 crashten Jaime Alguersuari en Nico Rosberg er tijdens een vrije training. Het gevolg: de uitgang werd verlengd en verplaats naar bocht 2. 

Het grote probleem van het Koreaanse circuit was de ligging ervan. De zuidelijke locatie van het circuit zorgde ervoor dat veel Zuid-Koreaanse autosportliefhebbers de reis niet maakten. Zuid-Korea is daarnaast ook een land waarin racerij niet populair is. Verder was het voor veel buitenlanders eveneens niet heel geschikt, aangezien zij ook nog een lange reis moesten maken na hun vaak slopende vlieguren. Na de race in 2013 verscheen de naam van de Koreaanse Grand Prix nog een keer op de Formule 1-kalender. In 2015 stond de GP zonder aangegeven naam of stad tussen de andere Grands Prix. Zonder gegeven reden verdween het circuit eveneens weer. Nu is Korea International Circuit alleen nog in gebruik als toneel voor amateurraces of zelfs skatewedstrijden. 

Korea en Nederland zijn qua grootte natuurlijk niet te vergelijken. Korea is namelijk met haar ongeveer honderdduizend vierkante kilometer ongeveer tweeëneenhalf keer zo groot als Nederland. Dat wil niet zeggen dat de locatie die Korea International Circuit genekt heeft niet te vergelijken valt met de locatie van Circuit Zandvoort. Ook Circuit Park Zandvoort ligt aan de kust en daarom moeten veel Nederlandse autosportliefhebbers van ver komen. De afstand naar bijvoorbeeld Groningen (212 kilometer) en Eindhoven (148 kilometer) is nog altijd aanzienlijk. 

Voor buitenlandse Formule 1-fans is er echter geen enkel probleem zoals dat in Korea wel het geval was. Indien een buitenlandse autosportliefhebber landde op een van de grote twee vliegvelden van Korea (Seoul en Pyeongchang), moest hij vaak met een binnenlandse vlucht naar Yeongnam vliegen. Dat kan buitenlandse fans ontmoedigen. Amsterdam is daarentegen erg goed te bereiken, mede omdat Schiphol Airport een erg grote capaciteit heeft. Daarbij zijn er in Amsterdam en omstreken veel hotels, hostels en andere overnachtingsopties. Zandvoort is eveneens goed te bereiken: met het openbaar vervoer is het gemiddelde ritje (Amsterdam Centraal-Circuit Zandvoort) in het weekend 45 minuten. 

Wat betreft wegen is er nogal eens gedoe omtrent Circuit Zandvoort. De laatste echte test was tijdens de Jumbo Racedagen in mei 2018. Daar stonden honderden fans uren in de file. De gemeente Zandvoort adviseerde zelfs om niet met de auto naar het circuit te komen vanwege parkeerdrukte. De Jumbo Racedagen trokken toen meer dan 110.000 bezoekers. Ervan uitgaande dat dit ook ongeveer de capaciteit is van Circuit Zandvoort tijdens een mogelijke Formule 1-Grand Prix, zal het qua infrastructuur een stuk beter moeten. Dit is duidelijk een valkuil van de Nederlandse Grand Prix te Zandvoort. Circuit Zandvoort, de gemeente Zandvoort en de provincie moeten nadenken over verbeteringen die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden, vooral als de Grand Prix voor 2020 een ‘ja’ is.

Nu heeft Circuit Zandvoort al een soort oplossing gevonden. Wie een kaartje koopt voor de GP van Nederland, moet op de fiets of met het openbaar vervoer komen. Als je toch met de auto wil komen, moet je ook een hotelovernachting hebben. Hiermee probeert Circuit Zandvoort de hoeveelheid files minimaliseren. Of dit dé oplossing is, is nog maar de vraag, maar feit is wel dat ook Circuit Zandvoort inziet dat de huidige infrastructuur te pover is om iedereen met de auto te laten komen.

In deze serie verschenen ook de artikelen De gevaren voor de Grand Prix van Nederland. Deel 1, De gevaren voor de Grand Prix van Nederland. Deel 2: Valencia en De gevaren voor de Grand Prix van Nederland. Deel 4: India.