In een collectie van een paar dozijn foto's toont Audi zijn creatie, die met een specifiek vermogen van 305 pk/liter niet onderdoet voor bijvoorbeeld de ingenieuze 2.0 V4 van Porsche (500 pk). Oké, deze DTM-krachtbron hoeft niet 24 uur lang op vol vermogen te stampen, dus een directe vergelijking is niet te maken. Het ziet er in ieder geval erg fraai uit, met een loei van een turbolader, die evenals alle uitlaatstukken flink is ingepakt met een hitteschild.
Evenals bij de machtige Cosworth-V12 uit de Valkyrie gooien we er een mooie vracht foto's in, gewoon omdat al die complexe techniek - die wij voor misschien 5 procent begrijpen - fascinerend is om te bekijken. Naast de gehele motor zien we apart het uitlaatspruitstuk, de nokkenassen, en turbolader. De nieuwe DTM-motor heeft naast heel veel geblazen vermogen onder andere een push-to-pass-boostsysteem, dat korte tijd 30 pk extra genereert. De motor zelf weegt 85 kg, en heeft zo'n 1.000 uur op de testbank gelegen. De auto zelf is dit seizoen voorzien van een uit de F1 afgekeken DRS-systeem.
Audi's 2.0 TFSI draait maximaal 9.500 toeren per minuut, en ligt dit seizoen in een RS5 DTM, die droog 1.000 kg weegt. De maximale turbodruk bedraagt een forse 3,5 bar, waarmee de motor - heel simpel gesteld - tijdens piekmomenten vergelijkbaar is met een atmosferische motor die een volume van 7 liter heeft. Het blok gaat het dit jaar opnemen tegen de creaties van BMW en Aston Martin. De regerend kampioen Mercedes heeft de DTM inmiddels verlaten.
Aardig feitje: onder vollast verbruikt deze vierpitter meer dan de oude V8, maar een DTM-racer rijdt niet 100 procent van de tijd met het gas op de bodem. Het specifieke verbruik ligt beduidend lager. De DTM-bolides mogen 95 kg brandstof per uur verbruiken (bij gebruik van push-to-pass wordt dit gedurende 5 seconden 100 kg/uur), in de Formule 1 is dit 100 kg/uur. De motor zelf moet een geheel seizoen heel blijven, wat neerkomt op een belasting van 6.000 kilometer. Het 2019-seizoen begint op 3-5 mei, in Hockenheim.