Een aangrijpende oproep in de vorm van een essay van een agent die voor de zoveelste keer bij een dodelijk ongeluk aankomt. De diender ziet het meteen: de dame in kwestie is verongelukt. Waarschijnlijk had de dood voorkomen kunnen worden als ze haar gordel goed om had gehad, want ze droeg de schouderband onder haar arm.
Nu werd ze niet goed tegengehouden en brak de ontploffende airbag haar nek. De agent omschrijft het voorval beeldend en aangrijpend. Ook de reden waarom ze de bekeuringen uitdelen als automobilisten hun gordels niet (goed) dragen. Hieronder het bericht van de agenten van Team Verkeer Rotterdam van de politie.
Als we aankomen bij de aanrijding zien we de GGD in een groepje bij elkaar staan. Dat is meestal geen goed teken. De brandweer staat bij een klein autootje, of wat er van over is. Ik kijk naar de plek waar de airbag uit het stuur hangt en zie je zitten. Je lange haar hangt als een sluier voor je gezicht. Het kleeft aan je wang en de glassplinters die overal zitten zorgen voor een absurd schouwspel. Het lijken wel diamanten.
Een van de brandweermannen geeft me een rijbewijs. Twee anderen dekken de auto toe met een oranje zeil. De plek is te openbaar om je ter plaatse uit de auto te knippen, dus wordt de auto naar een afgeschermde plek gebracht. Ik kon nog net zien dat je waarschijnlijk lijkt op de vrolijke foto van je rijbewijs, voordat het oranje zeil de zon uit de diamanten wegneemt. De toedracht van de aanrijding is duidelijk, de doodsoorzaak ook.
Omdat je de gordel onder je arm door had kon je bovenlichaam vrijelijk naar voren klappen op het moment dat de airbag je op volle snelheid raakte. Je nek brak als een dorre tak. De takelwagen met het autowrak vertrekt, met de brandweer in zijn kielzog. Inmiddels hebben we andere collega’s naar je ouders gestuurd om te vertellen wat er is gebeurd. We horen dat ze al op weg zijn naar het mortuarium. Daar zijn wij nog lang niet! En jij ook niet trouwens.
We rijden naar de plek waar de brandweer haar werk doet. Het uitknippen gaat vrij vlot en twee uur na de aanrijding zijn we eindelijk in het mortuarium. Er zitten vier mensen in de wachtruimte. Ik schrik even, want één van de personen ken ik. Het blijkt je zusje die wel heel veel op je lijkt. Ik vertel ze dat het nog even gaat duren, omdat ze je “klaar maken”. Ik kan niet vertellen dat er twee dames met je bezig zijn om alle glassplinters uit je gezicht te halen, het bloed uit je haar te wassen en met make-up bezig zijn om de bloeduitstortingen te camoufleren. Je ouders zitten er gelaten bij. Ze wachten nu al ruim twee en een half uur in de ontvangstruimte van het rouwcentrum en zitten nog duidelijk in de ontkenningsfase, hoewel de onzekerheid met de minuut toeneemt.
Tijdens het korte gesprek begrijp ik dat ze je vanmorgen nog gesproken hebben, vandaar dat de realiteit nog niet doordringt. Ik durf ze niet te vertellen dat dit misschien allemaal voorkomen had kunnen worden als je de gordel op de goede manier had gedragen. Dan was je in je stoel blijven zitten, was je nek nog heel geweest en je gezicht nog gaaf...
Ik vraag wie van de aanwezigen straks de confrontatie wil doen. We hebben twee mensen nodig die officieel bevestigen dat jij bent wie wij denken dat je bent. Als de dames met je klaar zijn haal ik je vader en moeder op. Het is ongeveer 15 seconden lopen van de wachtruimte naar het aparte kamertje, waar je achter een kamerscherm bent opgebaard. Ik kijk naar je vader. Bij iedere stap wordt hij een jaar ouder, de 15 seconden lijken voor hem een week te duren.
Als ze om het kamerscherm heen kijken barst de bom. Enorme emoties komen los. Ik kijk naar mijn collega en slik een paar keer. De rest van het gezin komt het kamertje binnen. Het verdriet wordt oorverdovend. Terwijl je vader in stukken valt en je moeder zachtjes over je wang aait fluister ik door het gejammer heen tegen mijn collega: “Nou, ik denk wel dat ze het is...”. Onze manier om de emoties van de familie buiten te sluiten.
We condoleren je vader, je moeder, je vriend en je zusje. Het komt niet bij ze binnen. Ons werk hier zit er op. Voor je familie begint het nu pas. Als ik ’s avonds naar huis rijd zie ik je gezicht. 24 jaar. Net zo oud als mijn eigen dochter. In de weken erna let ik extra op gordels. Ik zie er legio. Onder de arm door, of dicht geklikt achter de rug om. Geen van de mensen die ik bekeur heeft er begrip voor. “Het snijdt in mijn nek”, hoor ik vaak. Het zal wel. Mijn argument dat je voor minder dan 4 euro een zacht hoesje kan kopen om dat snijden te voorkomen wordt weggehoond. Maar als je het niet voor jezelf doet, doe het dan tenminste voor je zusje........
Dames, wees dus verstandig