Gereden. Skoda Scala: de Golf voor verstandige spendeerders

De reacties bij de onthulling van de Skoda Scala waren enthousiast. Deze grotere herinterpretatie van de Rapid oogt sportief en heeft een fijn prijskaartje, maar rijdt het ook een beetje? We vlogen naar Kroatië voor de eerste meters.

Om maar even met de deur in huis te vallen: terwijl in Nederland de zon dezer dagen lekker schijnt, is het in het Mediterrane Kroatië regenachtig herfstweer. Voor de foto's is dat uiteraard niet ideaal, maar voor het rijden maakt het gelukkig niets uit. We gaan deze Skoda Scala immers niet dwars over bergpassen jagen. Niet per se omdat we dat niet willen, maar voornamelijk omdat het met een 1.0 TSI driecilinder niet kan: daar is de auto niet voor bedoeld.

Bij aankomst in Split staat een rij Scala's glimmend op ons te wachten. We krijgen een rijk uitgeruste versie van de handgeschakelde driecilinder mee. Aan de buitenkant ziet dat er goed uit. Jammer dat de auto niet op een setje van de nieuw ontworpen 18 inch wielen is gezet. Verder hebben we niets aan te merken. De neus ziet er strak uit en onderscheidt de Skoda van de rest van de Volkswagen-familie, langs de zijkant kijkend doet de vorm het meest denken aan een iets langere Audi A3 Sportback. De Scala is dan ook een stuk gegroeid ten opzichte van de Rapid. Hij is langer en vooral breder geworden. De Rapid was eigenlijk een langere Fabia, terwijl deze wagen toch meer in de familie van de Golf, Leon en A3 zit.

Achteraan valt de doorlopende glazen achterruit op, die de Rapid ook had. Het Skoda-logo is verdwenen en vervangen door de voluit opgeschreven naam van het merk. Dat staat prima op de auto. Die achterruit krijg je overigens alleen als je genoeg geld overmaakt aan de Tsjechen, helaas zijn de goedkopere varianten gewoon uitgerust met een stukje blik boven het nummerbord. Jammer, want de auto ziet er meteen een stuk - eh - goedkoper uit.

Binnenin heeft Skoda weer flink uitgepakt met allerlei slimmigheden, waarmee ze hun slogan 'Simply Clever' waarmaken. Er zitten voorin en achterin twee USB-C-stopcontacten, in het portier van de bestuurder zit een vak voor een paraplu (inclusief paraplu uiteraard). Verder zitten overal in het interieur haakjes om spullen aan te kunnen hangen, zodat ze niet bij elke bocht omvallen. Onze luxe 1.0 heeft een groot touchscreen midden op het dashboard, een onderstel met adaptieve dempers en deels leren bekleding. Het maakt dat het er plezierig uitziet van binnen, en het rijdt ook lekker. 

Ook valt in het interieur de enorme ruimte in de auto op. Je kunt bijna met een hoge hoed op in de Scala gaan zitten. Skoda beweert dat zelfs een glazen panoramadak geen hinder voor de hoofden hoeft op te leveren. Ook achterin is het prima zitten, dankzij de forse wielbasis van 265 cm passen ook twee volwassenen gewoon achterin de auto. Achterin passen dan ook nog 467 melkpakken van een liter.

Genoeg gekletst over een stilstaande auto: tijd om te rijden. De 115 pk van de driepitter voorin gaan via een soepel zesbak naar de voorwielen. Ondanks dat je zou verwachten dat zo'n klein torretje te weinig is voor een grote auto als dit. De motor moet in 9,8 seconden naar de honderd kunnen sprinten en geeft de wagen een topsnelheid van 201 kilometer per uur. Voorwaar helemaal niet slecht. Hoewel we de topsnelheid en de sprint niet uitgetest hebben, kwamen we wel met gemak boven de 180 kilometer per uur, terwijl we lichtjes bergop reden.

Ook het onderstel is prima voor elkaar. Toen we even een verkeerde afslag namen op onze rondrit door de bergen rondom Split, kwamen we op een weg die waarschijnlijk niet gerepareerd was sinds de mortierinslagen uit de Balkanoorlog. De weg is geen enkel probleem voor de auto, zelfs als we expres wat fanatiek op de putten sturen is er niets aan de hand.

Eigenlijk is de 1.5 liter viercilinder die we daarna rijden een beetje een tegenvaller. Het vrolijke roffeltje van de drie potten is weg en vervangen door het sonore geluid van een viercilinder die moeite heeft om zijn werk te doen. De 150 pk komen een stuk minder daadkrachtig naar voren dan de peekaas van het kleine motortje. Opvallend is ook dat de beide motoren dezelfde verbruikscijfers hebben: 5,0 l/100km (en 113 g CO2 per kilometer).

Het prijsverschil tussen de twee is bijna vierduizend euro. Flink veel, voor een paar paarden, die je in zo'n familieauto zelden nodig zult hebben. Geef dat geld liever uit aan een luxer pakket (zodat je die glazen achterruit hebt) met leer en het grotere touchscreen. Ga je echt voor het meest basic model, dan heb je voor 21.990 euro wel een flinke auto voor de deur staan.