Iedereen kent inmiddels de voorgeschiedenis van de vreselijke avond op 16 maart 2016, alweer meer dan drie jaar geleden: Walter en zoon Casper hadden vooraf in de kroeg flink lopen hijsen (hoewel de barman hier achteraf de schuld van kreeg, want de mannen zijn immers slachtoffer), en besloten toen een potje met elkaar te racen. Op de dijk in Loosdrecht ging het met een vaartje van 149 tot 170 km/u fout, en werd de toevallig aanwezige jonge kapster Fleur Balkestein in haar auto zó hard geramd door de 911 van Walter, dat zij later in het ziekenhuis aan haar verwondingen overleed.
Na de aanvankelijk opgelegde vier jaar cel en een flinke rij-ontzegging voor Walter en honderd uur taakstraf en een rij-ontzegging voor Casper ging het tweetal in hoger beroep. Daar kregen ze twee weken geleden hun zin van de fluwelen elite-rechters van het Hof: drie jaar gevangenis en vijf jaar rij-ontzegging voor papa doodrijder en een handhaving van de straf voor zoon ik-was-erbij-dus-ik-ben-erbij doodrijder.
Gelukkig is ook het Openbaar Ministerie niet tevreden met die uitkomst en daarom komt er een beroep in cassatie. Het Hof zag geen bewijs voor een straatrace (welk gedeelte van 149 tot 170 kilometer per uur naast elkaar lijkt niet op een straatrace, rechtermans?) en dat mag de Hoge Raad nu gaan terugdraaien. Kom op zeg, als dit geen straatrace was, dan is niets een straatrace en is Formule 1 een optochtje in een park.