Afgelopen zondag wist Fernando Alonso zich op het nippertje niet te plaatsen voor de 103e Indianapolis 500. De Spaanse oud-wereldkampioen Formule 1 reed voor zijn werkgever McLaren, en dat is misschien niet de beste keuze geweest. Het voormalige topteam liet de bal zo vaak vallen dat het bijna lachwekkend is.
Het begon al met de auto die McLaren afnam van het Carlin-team: de auto was wel oranje gespoten, maar het was geen Papaya Orange, dat McLaren gebruikt. Maar dat was niet het ergste probleem dat het team tegenkwam tijdens de campagne. McLarenbaas Zak Brown daarover tegen Associated Press: "I don’t think we came into this arrogant, I think we were unprepared. We didn’t deserve to be in the race and it’s our own fault. It’s not like we showed up and gave our best. We defeated ourselves."
De 33 auto's met Indy 500-hoopvollen kwamen voor het eerst bij elkaar in april tijdens een testsessie in Texas, op de Texas Motor Speedway. Daar kwam het meest hilarische moment: McLaren had geen stuur. Brown moest er zelf een gaan regelen bij Cosworth. Uiteraard werkte dat stuur ook niet meteen met de wagen, waardoor ze pas tegen het middaguur konden beginnen met testen.
Maar ook het verfprobleem bleef McLaren achtervolgen: de reserveauto stond na een maand nog steeds bij de spuiter en toen Alonso afgelopen vrijdag zijn racewagen in de muur parkeerde was die opeens dringend nodig. Toen moest hij snel gespoten en naar het circuit gebracht worden. Daardoor was McLaren weer te laat.
Het meest bizarre is een rekenfout die afgelopen zaterdagnacht nog werd gemaakt. Toen bleek dat Alonso zich niet in een keer kon kwalificeren, bedelde McLaren overal op de grid om onderdelen en om set-up tips. Die kregen ze wel, maar ze werden verkeerd omgerekend van het imperiale systeem van de Amerikanen naar het metrische stelsel dat we in Europa hanteren. Tijdens zijn eerste run op zondag schraapte de wagen van Fernando daardoor over de grond.
Het hele verhaal van de complete afgang van McLaren is hier te lezen.