Vijf vaak vergeten race en rally Hyundai's

Hyundai heeft recent aangekondigd de sportieve N-divisie effectief op te heffen in Europa. Hoog tijd dus om de geschiedenisboeken erop na te slaan en een stel sportieve - maar vaak vergeten - Koreanen bij elkaar te zoeken.

Vijf vaak vergeten race en rally Hyundai's

1| MSD Hyundai Coupe F2 Kit Car

In 1998 zette Hyundai voor het eerst voet aan de grond in de internationale autosport. Geïnspireerd door een privaat project van Australische coureur Wayne Bell, die als sinds 1991 met een Lantra lokale en Asia-Pacific rallies reed, schreef Hyundai twee auto's in voor de FIA 2 Litre World Rally Cup.

De tweede divisie van het WRC vereiste een natuurlijk ademende motor van maximaal twee liter en exclusief tweewielaandrijving. Hyundai selecteerde de ranke Coupe als basis voor de rallymonsters. In het eerste seizoen kwam de Coupé F2 vermogen en betrouwbaarheid tekort tegenover de gevestigde orde van Peugeot, Renault en Seat, maar al in 1999 deed het team een gooi naar de titel. Met Alister McRae (de broer van) en Kenneth Eriksson pakte Hyundai P2 in het 2 Litre kampioenschap, zeven punten onder winnaars Renault.

De Coupé F2 Evo 2 vormde de opmaat naar een volledig World Rally Car-programma met de Accent in 2000. Daarnaast verkocht Hyundai een imagebuilder met de F2 en F2 Evolution straatversies. Met bijna 160 pk, aangepaste ophanging en een bodykit wisten de modellen het oubollige imago van het merk iets op te vijzelen.

2 | Team DMV Hyundai Coupe V6 SP4

De wagen van Team DMV is genesis voor Hyundai's N-divisie. Toch gek, want het is gewoon een tweede generatie Coupé. Met de 2,7 liter V6 onder de kap, voorwielaandrijving en een vrijwel standaard uiterlijk maakt de auto nou niet bepaald indruk bij de gemiddelde racefan. In 2006 wist de bolide van de Schumann-broers echter 13 overall te finishen bij de 24 uur van de Nürburgring. Daarmee won de auto meteen de SP4-klasse en liet hij veel snellere BMW's en Porsches achter zich.

Het nieuws van die prestatie bereikt Hyundai's hoofdkantoor in Seoul, waar iedereen meteen geïnspireerd was. De Schumann-broers kregen al snel fabriekssteun van Hyundai en stapten al snel over naar een echte Genesis. De Team DMV Coupé vormde uiteindelijk de aanleiding voor de oprichting van een onderzoekscentrum in Namyang, waar in 2012 de N-divisie ontstond.

3 | Indigo Racing Hyundai Genesis GT300

Oke, dit is eigenlijk een beetje valsspelen. De Genesis die gebouwd werd voor de Japanse Super GT-serie werd namelijk helemaal niet officieel ondersteund door Hyundai. Sterker nog: het was eigenlijk een omgekatte Toyota. In 2012 hoopte het Zuid-Koreaanse raceteam Indigo Racing de aandacht van het merk te trekken met een Genesis-body op het chassis van een Toyota Supra GT500.

De omgebouwde bolide diende om publiciteit te genereren, waarna het team zich zou storten op het toen nieuwe 'Mother Chassis', een gestandaardiseerd chassis met aandrijflijn waarop allerlei body's geplaatst konden worden. De 'Hyundai' deed zijn rondes op het showcircuit, maar de steun vanuit het merk bleef uit. Uiteindelijk verdween de auto de obscuriteit in.

4 | Hyundai Genesis RMR PM580

In 2010 wilde Hyundai voor eens en altijd inbreken op de Amerikaanse markt met een spectaculaire racer. Als strijdtoneel voor de vuurspuwende machine kozen de Koreanen Pikes Peak, de beruchte berg in hartje Colorado. Een record bij de jaarlijkse race naar de top zou voor Hyundai een ideale PR-move zijn. De uitdaging die de berg verschafte was destijds nog uniek: ongeveer de helft van de run was immers nog onverhard.

Hyundai en technische partner Rhys Millen Racing namen een bijzondere route om het record na te jagen. In plaats van een super-rallywagen creëerde het team een soort miniatuur Le Mans Prototype. De PM580 werd voorzien van een in het midden geplaatste Lambda V6, uitgeboord van 3,8 naar 4,1 liter en voorzien van een enkele forse turbo. Het resultaat was een gezonde 750 pk op alle vier de wielen. Met een gewicht van slechts 840 kilo leverde het angstaanjagende prestaties op.

Ondanks alles wisten Rhys Millen en de PM580 het record van Nobuharu 'Monster' Tajima en Suzuki uit 2007 niet te breken bij de runs in 2010 en 2011. In 2012 werd de volledige run geasfalteerd, waardoor Monster's tijd vereeuwigd werd. Millen zette dat jaar het record met een Time Attack-versie van de standaard Genesis. In 2013 keerde hij terug met de achterwielaangedreven, 900 pk sterke PM580-T gebaseerd op een Daytona Prototype. Die auto moest het echter afleggen tegen de machtige Peugeot 208 T16.

5 | Hyundai RMR Veloster Turbo GRC

Vier jaar na de eerste Pikes Peak-run sloegen RMR en Hyundai opnieuw de handen ineen, dit keer voor een heel andere machine. In 2010 werden Amerikaanse motorsportfans namelijk verblijd door de komst van rallycross. In typische stijl werd het kampioenschap meteen tot 'Global RallyCross' gebombardeerd. De serie bleek een lucratief uithangbord voor merken als Ford, Subaru, Volkswagen, Mini en Dodge.

Hyundai besloot een graantje mee te pikken met een eigen GRC-bolide. In tegenstelling tot de concurrentie baseerde het merk de racer niet op een ordinaire sedan of hatchback, maar op de bijzondere Veloster. Het fastback-geval met asymmetrische deuren was immers het sportieve uithangbord van Hyundai. De Veloster werd voorzien van een 600 pk sterke variant van de tweeliter turbomotor en een geavanceerd vierwielaandrijvingsysteem.

Na een zinderende debuutseizoen met twee overwinningen voor Millen begon het project uit elkaar te vallen. Het team reed steeds minder races en zette allerlei coureurs in. Na nog eens vijf starts voor Millen begin 2016 was de koek alweer op. Dat gold een jaar later ook voor Global RallyCross: het kampioenschap werd begin 2018 opgeheven. Vrijwel meteen ontstond het Americas Rallycross Championship om het stokje over te nemen.

Cargasm
  • Neil via Flickr, Dominik Kreutz via Flickr, Red Bull Content Pool, Hyundai Motorsport.