Het is niet verschrikkelijk moeilijk om uit een vergetelijke Aziaat een paar honderd pk te trekken. Je gooit er een achterlijk grote turbo in, doet misschien iets met lachgas, gaat onderuitgezakt in je stoel zitten, zet een raar petje op en ja dan trek je die dikke BMW eruit. Dat doe je een paar keer en dan is het einde auto. Slimmere mensen tunen hun auto daarom een beetje, met een chip bijvoorbeeld. Dan gaat die witte onderbroeken-Volvo toch net wat sneller.
Maar hoe zit het eigenlijk met de emissies van zo'n getunede auto? Chiptuners verkopen hun producten met hosannaverhalen over de roedels babypoesjes die je er een langer leven door geeft, maar het is helemaal niet gezegd dat een groter vermogen minder emissies oplevert. En dat is eigenlijk al voldoende: als het tunen van een goedgekeurde auto de emissies opvoert, zit daar voor politici en milieuorganisaties een reden om aan te slaan op deze 'misstand'.
Enter de Environmental Protection Agency (EPA), de Amerikaanse organisatie die ook Dieselgate aan het rollen bracht. De EPA wil het tunen van auto's met goedgekeurde motoren verbieden voor motorsport-doeleinden. Dat lijkt klein bier, maar het kan net zo goed de opmaat zijn voor het verbieden van alle vormen van tuning die auto-emissies verhogen. Het probleem is simpel: waarom zou je auto's tolereren die de toegestane emissiewaarden overschrijden? Zeker nu de uitlaat als de nieuwe sigaret wordt gepresenteerd, gaan autohaters met dit idee aan de haal.
Het laatste woord is er ongetwijfeld nog niet over gezegd. Wij kunnen ons zomaar een apk-keuring met verplichte uitstootcontrole voorstellen. Een verbod op tuning is balen voor de iets sportievere automobilist, maar bekijk het van de andere kant: het houdt de petjesjugend ook van de straat.