Dé reden waarom Japanse auto's überhaupt een voet aan de grond kregen in Europa en de VS is hun betrouwbaarheid. Voor hun komst in de jaren zestig namen we het voor lief dat een auto - die immers bestond uit duizenden en duizenden onderdelen - om de haverklap veranderde in een rookmachine of een imitator van een kotsende kat. De standaarden waren verschrikkelijk laag, wat de Japanners alle ruimte liet om de markt over te nemen.
Sinds die tijd is er veel veranderd. Het is om van te zwijmelen: man, wat zijn auto's van ver gekomen. Geweldig. Maar ergens laten ze het nog enorm liggen. Zozeer, dat auto's in 2016 ietsje minder betrouwbaar waren dan vorig. Het is niets motorisch, gaat niet over de bedrading en ook niet over regenwater dat zich via de carrosserie een weg naar buiten bijt. Het bevindt zich in het knopjes- en schermpjesfeest in de middenconsole en het dashboard: die Madurodam-versie van de Mediamarkt maakt uw auto onbetrouwbaar.
Maar liefst twintig procent van alle autogerelateerde faalhazerij moeten we zoeken in de hoek van de infotainment, communicatie, navigatiesystemen en bluetooth-gezeik. Dat maakt deze nerdfuncties het grootste probleempunt van 2016. En geef toe, dat komt ook gewoon overeen met uw eigen ervaring. 'Bel moeder', 'Bedoelde u, 'waar is de dichtstbijzijnde massagesalon?'', 'Nee, bel moeder!', 'Het is juist heerlijk weer en hekserij was een veelvoorkomend verschijnsel in de Vroegmoderne Tijd. Met je moeder'.