In sommige delen van het prachtige Oost-Duitsland (ooit in Thüringen geweest?) is rechts nogal goed vertegenwoordigd. Helaas hebben we het niet alleen over gezond rechts, maar ook over guurrechts. En dat is problematisch voor het imago van de deelstaat en de industrie in bijvoorbeeld Saksen.
In Saksen bouwt Bentley de Flying Spur. Er wordt vast ook nog wel iets pompeus in het Engelse Crewe gedaan, maar de Bentley Flying Spur deelt zoveel onderdelen met de Volkswagen Phaeton dat productie van allebei vrijwel helemaal in Saksen geschiedt. En niet alleen de Volkswagen Groep, maar ook BMW en Porsche bouwen in de voormalig communistische deelstaat de ene na de andere kapitalistenkar. Kijk maar op dit epische interactiefding.
Althans, nog wel. Want regionale ondernemingsclubs - soort van rotaries maar in dit geval met echt geld - luiden de noodklok over de racistische uitbarstingen tegen bijvoorbeeld AZC's. Dat zou de aantrekkelijkheid van de deelstaat aantasten voor investeerders, fabrikanten en allerlei andere sigarenrokers.
Probleem is dat dit weer typisch op zijn policor-Duits wordt aangepakt. BMW heeft bijvoorbeeld bordjes bij de fabrieksingang met oproepen tot respect voor iedereen (hebben wij trouwens niet) en meer van dat soort wij-hebben-geen-idee-hoe-we-dit-gaan-aanpakken sneuneuzerij. Kneuteriger wordt antiracisme niet. BMW, luister. Gewoon weer een constructief-journalistieke TopTip van Autobahn, draag gewoon het volgende uit: racisme kost geld, dus racisme kost je je baan. Einde.