Bekijkt u onderstaand filmpje en stelt u zich de vraag: begrijp ik nog iets van de wereld?
Achter elkaar zag u daar een 288 GT0, een F40, een F50, een Enzo en de de de LaFerrari. Deze namen zijn voor de autominnaar wat Latijnse bezweringen voor een strenggelovige katholiek zijn. Maar na het filmpje bekeken te hebben, zeg eens eerlijk, kunt u uitleggen wat Ferrari zo geweldig maakt? Want vindt u ook niet dat er een heel cruciaal element ontbreekt?
Schoonheid. Met de beste wil van de wereld, erg mooi zijn de getoonde generaties niet. Misschien dat LaFerrari wel door een panel van esthetische zeloten komt, maar zelfs van de looks van een legendarische F40 gaan we niet echt watertanden. Het zijn geen lelijke auto's en vanuit sommige hoeken is echt wel schoonheid te ontwaren, maar totaalkunstwerken zijn het niet.
We kunnen best zeggen dat de F50 eruitziet alsof-ie acht jaar havo heeft gehad. Vinden wij ook niet leuk, maar wie voorbij de namen en automatische verering kijkt, ziet gewoon geen schone bolide. Wat is het dan wel met deze Ferrari's, waarom spreken ze zo tot de verbeelding? Ze zijn bij lange na niet zo ohmijngodjageefhetaanons als de oogverblindende 458 of 488. Misschien zijn ze vooral imposant, radicaal anders dan de auto's waarmee ze in hun tijd werden omringd, agressief en onbereikbaar. Maar het toppunt van schoonheid, nee. Als we daaraan toegeven, blijken 'gouden klokjes' ook ineens goede smaak te zijn.