Wat betreft schakelen heb je drie soorten mensen. Mensen die opschakelen door de toerenteller in de gaten te houden, zij die op het geluid van de motor afgaan, en de petroseksueel die de hoeveelheid koppel - het duwtje in de rug bij accelaratie - als maatstaf neemt om een versnelling verder meer kracht te vinden.
Die eerste groep is heel erg klein en bestaat uit mensen met pennen in hun borstzakje of ontvangers van AOW. Niet belangrijk, want zelfs in die subgroepen een minderheid. De derde groep is een beetje voor poseurs (ja, dat weten wij ook wel) en speelt ook een verwaarloosbare rol. De tweede groep echter, dat is waar de winst behaald kan worden.
Mensen die schakelen op motorgeluid zijn vooral in auto's met kleine motoren en turbo's geneigd om het gas extra diep in te trappen alvorens op te schakelen. De motor is nauwelijks hoorbaar en bovendien is een turbo voor de meeste mensen een sensatie waarmee ze niet bekend waren totdat zelfs boodschappenkarretjes zo'n ding kregen. Kleine motortjes van nu vragen qua ervaring gewoon om veel gas en weinig schakelen.
Dat is ook wat Ford concludeert: geluid is de sleutel, zeker in naaimachientjes. Dus hebben ze een systeem gepatenteerd dat het motorgeluid via de speakers het interieur inleidt. Dat is geen noviteit, want BMW speelde dit spelletje al langer. De innovatie zit 'm erin dat Ford de audio versterkt, niet door hard af te spelen maar door meer cilinders te faken. Als het een beetje meezit, denkt grootmoeder straks dat ze een monsterlijke V8 rijdt.