Wij schreven eergisteren nog dat uit intern onderzoek van FCA zou zijn gebleken dat vijf- tot zesduizend autoverkopen door FCA Amerika wel werden geregistreerd, maar niet werden voltooid. Dat zijn inderdaad geen enorme aantallen - hoe kwalijk het op zichzelf ook is - maar ze hebben wel geholpen om FCA's zeer geprezen winning streak te blijven voortzetten.
FCA Amerika verbrak, in ieder geval voor de bühne, al 75 maanden achter elkaar verkooprecords. Elke maand was beter dan de voorgaande. Dat is geen enkele automaker ooit gelukt en Don Sergio is er dan ook nogal trots op. Er is in ieder geval een motief voor rommelen met de data, zullen we maar zeggen.
Nu blijkt echter dat FCA's fabelachtige verkoop-feuilleton al in september 2013 eindigde. Heel toevallig, maar net nu de financiële waakhond SEC, de Department of Justice en verschillende media wat dieper in de cijfers zijn gedoken omdat ze een rat ruiken, zegt het autoconcern dat in het kader van transparantie een nieuwe meetmethode wordt toegepast. En volgens die methode ziet het beeld er in ieder geval minder ongeloofwaardig uit. In mei van dit jaar werd bijvoorbeeld een verkoopdaling van zeven procent gemeld, in plaats van de eerdere één procent groei.
Toch is de nieuwe methode een meesterzet en wel om twee redenen. In de eerste plaats zien niet alle jaren er slechter uit. Volgens de nieuwe rekenregels deed FCA US het in 2011, 2014 en 2015 nog beter dan eerder geclaimd en verkocht het tussen 2011 en nu bijna twintigduizend voertuigen meer dan eerder vastgesteld. Alleen de voortdurende maand-op-maand groei sneuvelt.
In de tweede plaats is het nu gemakkelijk voor FCA om bij kritiek of zelfs veroordeling van hun praktijken door de autoriteiten, te zeggen dat het zijn leven al heeft gebeterd en dat er dus niets en de hand is en we beter kunnen doorlopen. Daar moet wel bij worden aangetekend dat dat ervan uitgaat dat FCA en Don Sergio überhaupt wegkomen met hun curieuze boekhouderij.