Aston Martin aapt Jaguar na

De Britten hebben ontdekt hoe je echt ontzettend veel geld aan een auto kunt verdienen. Het geheim is dat je vijftig jaar oude auto's opnieuw bouwt. Na de XKSS van Jaguar bouwt Aston Martin nu vijfentwintig nieuwe DB4 GT's. Kost dat? £1,5 miljoen.

De negen XKSS'en die Jaguar Land Rover Classic Department onlangs maakte waren allemaal verkocht voordat de auto werd 'gepresenteerd' (zou Bugatti eens naar moeten kijken). Groot succes trekt copycats aan, vergelijk het met alle Crossover SUV's die de wegen nu berijden. De kopieerder van een goed idee is in dit geval geen Aziatisch bedrijf, maar de buren in Gaydon: Aston Martin. CEO Andy Palmer wil van na-apen natuurlijk niets weten: "It's a mark of Aston Martin's breadth of abilities that in the same year we launched the DB11 we can also embark on an adventure such as the DB4 GT Continuation."

Aston pak het wel grootschaliger aan en ze hebben geen smoes om de auto opnieuw te bouwen. Ze maken er meteen vijfentwintig en ze zijn 50% duurder dan de Jaguars door het prijskaartje van £1,5 miljoen. De DB4 GT met zijn 3,7 liter zes-in-lijn was de auto waarin de legendarische Stirling Moss in 1959 races won op onder andere Silverstone. Tussen 1959 en 1963 bouwde Aston Martin vijfenzeventig exemplaren van de DB4 GT, met de vijfentwintig nieuwe exemplaren erbij komt de productie uiteindelijk op honderd stuks.

De auto ziet er net zo uit als het origineel in de vorige eeuw. Toch wordt er aan de remmen wat veranderd en omdat de bouwmethodes inmiddels verbeterd zijn wordt de auto strakker. Maar de motor blijft hetzelfde als hij was en met 345 pk is dat een stevig beestje. Nadeel is wel dat de GT helemaal geen grand tourer is: je mag er alleen mee op het circuit rijden.