Automakers lobbyen om meer benzine te mogen verbranden

Vlak voor president Obama zijn ambt moest overdragen aan Trump, introduceerde hij regels die automakers verplichten het brandstofverbruik van hun modellen drastisch te verminderen. Autofabrikanten gaan apeshit en lobbyen hard om dit tegen te houden.

Het gemiddelde brandstofverbruik van het Amerikaanse wagenpark is net iets meer dan 1 op 11. Dat is best wel verdrietig. Dat vond Barry Obama ook en dus kwam hij op de valreep met regelgeving om brandstofverbruik bunkerhard terug te dringen. Het gemiddelde verbruik van alle nieuwe modellen van een autofabrikant, zou in 2025 op ongeveer 1 op 23 moeten liggen. Inderdaad, acht jaar tijd om meer dan dubbel zoveel kilometers uit een liter te halen.

De auto-industrie is in paniek en bonkt nu in de vorm van lobbygroepen op de poorten van de Environmental Protection Agency (EPA). De regels moeten worden teruggedraaid - iets waar president Trump voorstander van is.  De autolobby heeft ergens een punt: onder invloed van lage brandstofprijzen kopen Amerikanen steeds grotere voertuigen. Het is verdomd lastig om een truck ter grootte van een county op een superzuinig motortje te laten lopen. 

De benodigde technologie is erg duur om te ontwikkelen, huilt de autowereld. Ja, dit hadden ze natuurlijk van een kilometer afstand kunnen zien aankomen. Als je in tijden van klimaatverandering een wagenpark hebt afgeleverd dat zo onzuinig is, was politieke inmenging te verwachten. Niet dat de automakers geen goede kans hebben om de EPA te overtuigen; tegenwoordig staat daar iemand aan het hoofd die een rijke carrière als buikspreekpop van de olie-industrie had.

Nog wel even een dingetje: de rest van de wereld komt met steeds strengere verbruikseisen en emissiedoelen. Als Amerikanen hun auto's willen exporteren, zullen ze alsnog aan de milieudoelstellingen van hun uitvoermarkten moeten voldoen.