Jaguar boekt een keer verkoopgroei en miept nu al over 'te veel succes'

Er zijn in Amerika meer communisten dan Jaguars te vinden. Het merk was er op sterven na dood, maar de F-Pace maakte veel goed en 2016 was een topjaar voor de verkopen. Nu al begint Jaguar echter te drammen over exclusiviteit. Sad!

Niet zo lang geleden verkocht Jaguar dagelijks minder dan vijftig auto's in de VS. Grofweg het aantal auto's dat Ford met zijn F-150 alleen al, in minder dan een halfuur verkoopt. Nu is Jag geen volumemerk, maar het is ook weer geen boetiekhotel op wielen. Toch denkt Jag daar op een of andere manier anders over. 

De XE en de F-Pace maken nu driekwart van alle Amerikaanse Jag-verkopen uit. Die twee modellen hebben tot een explosieve groei geleid. In 2016 verdubbelde Jags afzet in de VS. Helaas gaat de CEO van Noord-Amerika nu ineens chic doen. Joachim Eberhardt (ongetwijfeld telg uit een oud geslacht uit de Cotswolds) zei het volgende: "We have to continue to grow, but we are not looking to grow at the pace we have been. All that growth still does not make us a giant luxury brand. It makes us a bigger luxury brand that now has scale but is still special and exclusive."

Daar gaan we: exclusive. Alsjeblieft, laten we daar niet nu al over beginnen. Ondergetekende reed de afgelopen twee jaar vijfduizend mijl door de VS en zag 23 staten, maar is slechts twee keer een Jag tegengekomen; Ferrari's waren minder zeldzaam. Jaguar moest in de VS vechten voor zijn leven; groei is van levensbelang, ook als die extreem is. Het merk loopt geen enkel risico om een volumemerk te worden, ook niet als deze explosieve groei even doorzet.

Deze valse bescheidenheid is toch een beetje als de man die uit een coma is ontwaakt en na een rondje schuifelen op de gang, waarschuwt dat hij ook weer geen bedreiging voor Usain Bolt moet worden. Hopelijk herleeft Jaguar, maar verspil de goodwill niet door nu al over je prestaties te pochen.