LIJSTJE. Nederlandse pogingen tot het maken van een auto

Bij autoproductie in Nederland denkt iedereen voornamelijk aan DAF en tegenwoordig Nedcar. Maar welke pogingen tot het maken van een succesvolle auto zijn er nog meer in Nederland gedaan?

We gaan hier geen poging doen om een complete lijst van Nederlandse autofabrikanten te maken. De twee verschijningen van Spyker zijn al vaak genoeg besproken en ook DAF/Donkervoort kent iedereen, evenals de MINI's die bij VDL geassembleerd worden (als opvolgers van de Volvo's en Mitsubishi's die uit dezelfde fabriek kwamen). Dit overzicht toont een aantal min of meer geslaagde obscure autobouwers die Nederland voortbracht.

Maus Gatsonides is een naam die je misschien niet meteen iets zegt, maar als je wel eens te snel rijdt heb je hoe dan ook met zijn uitvinding te maken gehad. Gatsonides is de bedenker van de Gatsometer, alias de flitskast. Wie nu denkt dat Maus een notoire traagrijder is, heeft het mis, hij was een begenadigd rallypiloot die in 1953 de Rally Monte Carlo won. De Gatsometer was aanvankelijk ook een apparaat waarmee hij zijn eigen snelheid kon meten.

Tussen 1938 en 1950 probeerde hij een eigen auto op de markt te zetten. Echt succesvol werd dat niet, hij kwam tot een totaal van tien auto's van verschillende modellen. Er is maar een exemplaar dat het tot de dag van vandaag heeft overleefd: de Platje. De naam heeft niks met een ziekte te maken, maar kwam voornamelijk omdat de auto zo verschrikkelijk laag was.

In 1990 zou hij op de markt komen: de kunststof auto van Max Motors. Voor een bedrag van tegen de ƒ50.000 (€22.000) kreeg je in feite een Citroën AX die opnieuw verpakt was in een ander stukje plastic. Het was de bedoeling dat de auto ook in Nederland gebouwd zou gaan worden, maar uiteindelijk ging het bedrijf failliet voordat het zo ver kwam.

Wat dit bedrijf wel voor elkaar had was de media-hype. De pers bracht regelmatig updates rondom de 'wederopstanding' van de Nederlandse automobielindustrie. Kijk echter naar de foto en je ziet waarom het nooit een succes werd.

Voordat Victor Muller ermee aan de haal ging en het project Spyker noemde, had je Maarten de Bruijn en zijn Silvestris. De Bruijn bouwde de auto in zijn schuur. Ondanks dat hij een opleiding tot designer volgde, kunnen we met the benefit of hind-sight toch moeilijk zeggen dat de Silvestris een mooie auto was. Het uiteindelijke resultaat, de Spyker C8 was een stuk apetijtelijker voor het oog. Nadat Muller en De Bruijn ruzie kregen verliet de ontwerper het bedrijf. Hij richte zich op het maken van een boot, die hij wederom Silvestris doopte. Opvallend genoeg had ook het jacht dezelfde gedrongen proporties als de aanvankelijke auto. 

Een van de bizarste en eigenlijk meest succesvolle autostartups is Savage Rivale. Bizar omdat het concept zo vreemd is: een bizar grote vierpersoons roadster die zich liet omschrijven als Road Yacht. Ook bijzonder is dat het idee werd opgezet door een aantal studenten van de Haagse Hogeschool, Emile Pop en Justin Boer. Ze bouwden enkele versies van hun auto, maar kwamen niet tot een serieproductie. Wat ze wel lukte: het concept verkopen aan een Japanse bouwer van elektrische auto's die op zoek was naar een basis voor een nieuwe bolide.

Tja, kunnen we Ascari een Nederlands merk noemen? In ieder geval is de oprichter Klaas Zwart een Nederlander, die zijn geld verdiende in de olie. Het bedrijf werd in 1995 opgericht in Banbury (Engeland) waar de auto ook gebouwd werd. De Ascari KZ1, met zijn naar 500 pk getunede motor uit een BMW M5, was een tijdje een van de snelste auto's rond het Top Gear-circuit (tussen de Porsche Carrera GT en de Mercedes SLR McLaren). In 2010 staakte Zwart zijn pogingen om een sportwagen op de markt te zetten. De naam van racelegende Ascari ging niet met het bedrijf ter ziele: Klaas Zwart vernoemde vervolgens zijn nieuwe speeltje, een race resort in zuid Spanje, naar hem.