Op basis van de CBS-cijfers van de eerste drie kwartalen van 2016 voorspelden we eerder nog dat er in het afgelopen jaar 660 doden te betreuren zouden zijn op de weg. Gelukkig waren we te negatief gestemd - en reed u wat voorzichtiger in de wintermaanden - want het uiteindelijke aantal slachtoffers van 629 is 'slechts' met 8 toegenomen (van 621 in 2015).
Van de verkeersslachtoffers zaten er 231 in een auto: 186 achter het stuur en 45 als passagier. De rest van de doden waren fietsers (189), voetgangers (51), scootmobielers (38), brommerrijders (41) en motorrijders (45). Vooral het aantal scootmobielers dat doodgereden werd is opvallend te noemen, zoveel van die dingen rijden er (in verhouding tot voetgangers en fietsers) toch niet rond. Het aantal verongelukte scootmobielers nam met drie af ten opzichte van het ultradodelijke jaar 2015.
De gemiddelde scootmobilist is wat ouder te noemen, en de statistieken wijzen uit dat de 75-plussers een groot aandeel hebben in het sterven tijdens het verkeersdeelnemen. Zeker als de gemiddeld gereisde afstand wordt afgezet tegen het aantal doden. Per 1000 75-plussers sterven er jaarlijks 2,1 in het verkeer volgens de berekeningen van het CBS.
Maar de oudere groep is niet de dodelijkste verkeersdeelnemer: dat zijn de 18 tot 25-jarigen. 22% van de verkeersdoden valt in die leeftijdscategorie, terwijl ook zij (gemiddeld) een geringe afstand afleggen.
De vraag blijft, hoe het toch kan dat het verkeer de laatste jaren plotseling weer dodelijker aan het worden is. Komt het door de verhoogde maximumsnelheid, of heeft het met de verouderende bevolking, het te grote vertrouwen in de techniek of toch het Whatsappen te maken?