BMW geeft de moed wel/niet op

CEO Harald Krüger van BMW heeft de strategie van zijn bedrijf aangepast. Voor de periode 2020 tot 2025 heeft hij geen verkoopdoelen gezet. In plaats van zoveel mogelijk verkopen moet de fabriek een technologieleider worden in nieuwe gebieden. Hij doelt daarmee op car-to-car connectivity (waarbij auto's elkaar vertellen wat er allemaal op de weg gebeurt) en elektrische aandrijvingssystemen. Uiteraard moet daaruit wel een stijgende verkoop volgen, maar voor de Zuid-Duitsers is verkoop niet meer Ziel Nummer eins.

Opvallend is dat BMW zich nog steeds met Toyota wil richten op de brandstofcel. Andere bedrijven gooien de brandstofcel juist bij het vuilnis. Krüger benadrukt dat batterijen immers niet de enige manier zijn om de uitstoot van auto's te verkleinen. In 2021 verwacht het bedrijf een kleine serie te bouwen van auto's die een nieuwe generatie brandstofcel in zich hebben.

Ook op het gebied van de connectiviteit werkt BMW samen met partners bij het ontwikkelen van de systemen. Daar zijn het vooral toeleveranciers van technologie. Die bedrijven zullen volgens Krüger echter nooit de kennis van een grote autofabrikant kunnen halen. Om een zelfrijdende auto met de rijkarakteristieken van een BMW of MINI te maken en het vliegende tapijt van een Rolls-Royce te kunnen evenaren heb je niet alleen onderdelen nodig, maar ook de kennis van een autofabriek, aldus de CEO.

Hoewel hij geen echte doelen geeft voor 2025, voorspelt Krüger wel dat 25% van de verkochte auto's in dat jaar min of meer elektrisch zullen zijn. De rest heeft dan nog een verbrandingsmotor, reden voor BMW om gewoon door te gaan met het verder ontwikkelen van dieselmotoren. 

Overigens zijn de voorspellingen van BMW niet echt rooskleurig voor de Nederlander: van de overheid moet hier te zijner tijd al 50% van de nieuw verkochte auto's elektrisch zijn. Zitten wij allemaal op een zoemende accu terwijl ze in de rest van de wereld nog lekker benzine aan het verbranden zijn.