Vlak voordat de G20 in Hamburg begon wilden Europa en Japan een signaal tegen het protectionisme van Donald Trump afgeven door een nieuw handelsakkoord te sluiten. Zowel de EU als Japan gaan tal van beperkingen die hun thuismarkten moesten beschermen tegen buitenlandse producten afbouwen.
Belangrijk onderdeel van het akkoord, dat in hoofdlijnen vaststaat, is de automobielindustrie. Op zowel complete auto's als op onderdelen werd aan beide kanten behoorlijk protectionistich opgetreden. Elke Japanse auto die Europa ingebracht wordt, krijgt een 'boete' van 10% van de waarde mee. Gevolg is dat Japanse auto's daardoor duurder verkocht worden dan ze eigenlijk zijn.
Die muur rond Europa gaat in de komende zeven jaar stap voor stap weg, waardoor de auto's effectief ongeveer 9% goedkoper kunnen worden. Ook de Europese fabrikanten kunnen hun waren makkelijker naar Japan brengen. Al moeten de Europese onderhandelaars wel goed opletten hoe de overeenkomst wordt opgeschreven. Volgens de club van Europese autofabrikanten ACEA ging dat bij een soortgelijke overeenkomst met Zuid-Korea niet helemaal juist. Terwijl de EU braaf zijn invoerheffingen opdoekte, heeft Korea op een paar plaatsen de muren gewoon stiekem laten staan.